Wildert wel, Horendonk niet
Woensdagavond lichtte het provinciebestuur het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) toe dat het voor het grootste stuk van de weekendzone van Wildert opmaakte. Dat plan ligt in openbaar onderzoek, en een informatievergadering bleek geen overbodige luxe. Het Parochiecentrum zat (en stond) afgeladen vol; zaal Rex zou een betere keuze geweest zijn. Maar verder was de avond in orde : de toelichting van gedeputeerde Helsen (Open Vld) was af en toe wat te technisch maar schetste goed het kader.
In de vragenronde kwamen de juiste “hete hangijzers” naar boven. Daar werd ook professioneel op geantwoord : met exacte informatie waar mogelijk, maar ook door duidelijk aan te geven waar vooralsnog geen antwoord op kon worden gegeven. Het geheel werd bovendien perfect geleid door een soort stand-upcomedian met ruimtelijke ordening als specialiteit; een zeldzaam beroep, me dunkt.
Burgemeester Van Tichelt (CD&V) vulde de specialisten van de provincie goed aan, al was het maar omdat hij natuurlijk weet dat de “Wildertse Tuintjes” op het provinciekaartje een vreemdsoortige DT-fout inhielden en hij dus wel alle straten en weiden juist kon situeren.
Toch ga ik ervan uit dat Gaston een koude douche moet hebben gekregen toen Helsen duidelijk maakte dat de provincie niet van plan is om ook PRUPs te maken voor de andere stukjes weekendzone in Wildert -tot daaraan toe- maar ook niet voor Horendonk. Daarmee gaat de zwarte piet terug naar de gemeente : die moet binnen het provinciale afwegingskader blijven en moet dus mogelijk zelf het slechte nieuws aan Horendonk melden. Met name, dat er daar géén omzetting tot een “specifiek woongebied met bosrijk karakter” zal komen, maar een uitdovend woonrecht. De ongelijke behandeling tussen gelijke situaties die dat zou inhouden, vind ik alvast moeilijk verteerbaar. Een struisvogelaanpak is alvast geen alternatief : er zit voor de gemeente niets anders op dan onmiddellijk aan een eigen RUP voor Horendonk te beginnen werken.
Ook wat Wildert betreft is de kous voor de gemeente nog niet af : er staan het Heuvelplein nog Salomonsoordelen over bouwovertredingen en draadafsluitingen te wachten. Ook over wegen en nutsvoorzieningen zal nog stevig nagedacht en gediscussieerd moeten worden. In de commissie ruimtelijke ordening krijgen we als raadslid binnenkort de kans alvast de discussie te beginnen en waar mogelijk de zaken te verhelderen. Ik ga ook kritisch kijken naar de bezwaren die het gemeentebestuur zelf wil indienen bij het RUP; zo ben ik niet zeker dat we nieuwe bebouwing in de (binnenkort voormalige) weekendzone nog moeten aanmoedigen.
Desalniettemin : dat er nu eindelijk uitzicht is op een definitieve regeling is op zich natuurlijk een heel goede zaak. Het is jammer dat de provincie niet doorbijt en zelf plannen opmaakt voor alle weekendzones. Toch wil ik niet voorbijgaan aan de verdienste van het provinciebestuur. De hete aardappels werden gedurende tientallen jaren over en weer geschoven tussen de verschillende overheden. Dat de provincie nu begonnen is met het doorslikken ervan, is een uiting van politieke moed – die maakte dat het ook voor de Vlaamse overheid haalbaar was om het decretaal te verankeren. Ik ben cynisch genoeg om te beseffen dat dit ook iets te maken heeft met het democratisch deficit van het provinciale niveau, maar dat doet op zich geen afbreuk aan de verdienste van met name Koen Helsen in dit verband.