Ode aan de Korhaan

Ode aan de Korhaan

De Wintertaling, de Krombekstrandloper, de Gewimperde aardster, de Vinpootsalamander en het Icarusblauwtje behoren niet meteen tot mijn intieme kennissenkring. Ik zou ze niet herkennen als ik ze op straat -of, waarschijnlijker, ten velde- zou tegenkomen. Ik vermoed overigens dat ze mij óók niet zouden kennen, zodat ik me er al wat minder schuldig over moet voelen. De dieren en de paddenstoel in kwestie -in hun eigen omgeving bekender als Anas crecca, Calidris ferruginea, Geastrum fimbriatum, Lissotrition helveticus en Polyommatus icarus– behoren wel tot mijn biotoop, maar niet echt tot mijn leefwereld.

Nochtans volg ik hun avonturen hier te lande wel. Alleen blijven hun naam en voorkomen zelden hangen. Opnieuw kan ik ter verdediging aanvoeren dat me dat ook bij mensen overkomt. Maar de eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat mijn geheugen de fauna en flora slecht opslaat. In quizzen is het met natuurvragen zoals met sport en muziek : als niemand enig idee heeft, dan durf ik wel eens een Wilde gok (Torva coniecto) te wagen. Af en toe met onverwacht succes. Maar vaker haal ik zelfs de meest banale planten en dieren door elkaar.

En toch léés ik hem. De Korhaan. Het onvolprezen driemaandelijks tijdschrift van Natuurpunt Noorderkempen. Om op de hoogte te blijven van het nuttige werk dat die vereniging verricht. Maar ook om een impressie te krijgen van hoe het met de natuur in Essen en omstreken gesteld is. Veel meer dan een totaalbeeld blijft daarbij niet hangen; de Morinelplevier (Charadrius morinellus) zal ook morgen wellicht geen Facebookvriend van mij worden (tenzij hij het zelf vraagt, zo ben ik wel). Desondanks neem ik met genoegen kennis van zijn wedervaren.

“To know is to love”, zegt een Engels spreekwoorden. Kennen is beminnen. Dat geldt in dit geval dus niet helemaal. Blijkbaar kan je ook van de (Essense) natuur houden zonder die goed te kennen. Voor het boek “Essen in Beeld” mocht ik de natuurfoto’s selecteren, en daar heb ik veel plezier aan beleefd. Quod erat demonstrandum.

Bovendien is hij ook nog goed gemaakt, die Korhaan. Met bescheiden mankracht en middelen levert Natuurpunt een leesbaar en verzorgd blad af. Waarvan de naam dus met eerbied moet worden uitgesproken : met het accent op de eerste lettergreep. Een Kórhaan is geen Korháán zoals mijn Groen!e vriend Philip Peeters al eens naar het tijdschrift verwijst. De vrome moslim die aan het misverstand ten prooi zou vallen, ook misleid door de heilige groene kleur, zou wellicht al bij de eerste soera’s van het blad in diepe verwarring vervallen. Of uiteindelijk toch de blik naar Mekka wenden bij zoveel terecht respect voor Allah’s schepping…

Actief vogelwaarnemer, vlindervanger, amfibieoverzetter, … zal ik wellicht niet worden. Al weet je natuurlijk maar nooit. Maar ik probeer me op andere manieren nuttig te maken, in het broedgebied aan het Heuvelplein. Hopelijk kan ook pakweg de Groenpootruiter (Tringa nebularia) dat uiteindelijk waarderen. Ook al zal ik hem wellicht straal blijven negeren als hij me passeert.

Inshallah.

Reageren is niet mogelijk.