Archief van
Maand: december 2010

Voorgezeten

Voorgezeten

Vandaag eindigt 2010 en daarmee ook het Belgisch voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie – zoals dat officieel heet. Dat heeft een impact gehad op de politieke situatie in ons land : het gaf de zittende ministers iets om handen en maakte instabiliteit nog minder aantrekkelijk. Maar voor mij persoonlijk is het vooral het verhaal geworden van een jaar (voorbereiding inbegrepen) van intensief maar boeiend werk.

Met heel veel praktische beslommeringen, want op organisatorisch vlak lagen de ambities op het domein werkgelegenheid te hoog.

Gelukkig ook met enkele interessante inhoudelijke dossiers. Het hele verhaal van de nieuwe “Europe 2020”-strategie heeft vooral de media gehaald omdat het mee moet helpen om de euro overeind te houden, en dat is vanzelfsprekend essentieel. Maar voor ons was het in de eerste plaats zaak om vanuit “werkgelegenheid en sociale zaken” (ministers, Commissie, administraties, comités…) een plaats te krijgen in het nieuwe geheel, om te zorgen dat economisch beleid en werkgelegenheid elkaar wederzijds versterken. Ik heb aan het hele verhaal van de “governance” van de strategie een steentje kunnen bijdragen, en met name over het werk dat we hebben gedaan rond het analytische “Joint Assessment Framework” ben ik tevreden (ook al omdat het leuk is dat de naam en enkele basisideeën ervan op een Essense pc het levenslicht zagen).

Daarnaast heb ik veel geïnvesteerd in het dossier van de “groene banen”, dat uiteindelijk geleid heeft tot het rapport “Towards a greener labour market – The employment dimension of tackling environmental challenges” en van daaruit tot formele conclusies van de ministerraad. De lange termijnimpact van dat werk zal wellicht kleiner zijn dan het verhaal van “Europe 2020”, al gaat het onmiskenbaar om een belangrijk thema voor de toekomst. Daardoor was de vrijheidsgraad voor ons voorzitterschap ook groter, zodat we er nog meer een eigen invulling aan hebben kunnen geven. Een stuk van de prijs daarvoor was dat de eerste versie van grote delen van het rapport eveneens in Essen getikt is. In Brussel ging de tijd immers vaak op aan organisatorische kwesties en héél veel vergaderingen.

Uiteindelijk was het wat mij betreft een te druk jaar, waardoor vooral in Brussel maar ook in Essen ander werk is blijven liggen. Ik hoop dat 2011 me de tijd geeft om het goed te maken. Toch houd ik er een goed gevoel aan over : het was boeiend om de Europese machine van dichtbij te zien draaien en om hier en daar ook zelf een schakelaar te kunnen verzetten.

Jesus for life

Jesus for life

Er was eerlijk gezegd weinig volk in de Kerstavondviering in de O.L.V.-Kerk. Was het de sneeuw ? Zijn er relatief gezien meer kerstvierders dan vroeger die op Kerstdag ter kerke gaan ? Of hebben meer mensen in de loop van dit jaar de kerkdeur mentaal achter zich dichtgetrokken ? Dat zou natuurlijk niet verbazen. Eerlijk gezegd, als er naast de katholieke kerk in Essen pakweg een anglicaanse zou hebben gestaan, dan zou ik daar zijn binnengestapt. Niet omwille van de lokale parochiegemeenschap, uiteraard. Maar de katholieke kerk bleek er dit jaar één te zijn met een erg kleine k : veel meer mensenwerk dan Gods Werk. En dan wordt de vraag “Wie gelooft er nog ?” al snel die van Yves Leterme enkele jaren geleden : “Wie gelooft die mensen nog ?” Ja, wie ?

Enkele uren voordien werd in Antwerpen Music for Life afgesloten. Met een schitterende opbrengst, maar vooral na enkele dagen die een heel warm gevoel door Vlaanderen laten gaan. Lokaal GvA-correspondent Kris telde 22 initiatieven in Essen alleen. Aan het Glazen Huis kwamen kloosterlingen geld afgeven en holebiverenigingen. Stond een honderdjarige die taart had gebakken, naast vijfjarigen die óók taart hadden gebakken. Ik zag Antwerpvlaggen en Beerschotsjaals – het schijnt dat zelfs dapperen zich met een Club Brugge-outfit durfden vertonen. De N-VA deed een leuke actie, en Groen! ook. En iedereen juichte elkaar toe en luisterde binnen hetzelfde uur goedgemutst naar K3 en naar Rammstein.

Ik ben zelf even op de Groenplaats gepasseerd, tijdens het winkelen. Ik heb vooral alle radio’s in mijn huis een week lang op StuBru gezet. En gewoon een plaatje betaald. Ik heb het nog live in de ether gehoord ook, aangekondigd door Sofie Lemaire herself. Wonderen moet je ook een béétje willen zien.

Je kan natuurlijk cynische bedenkingen hebben. Ongetwijfeld zaten er aan allerlei acties commerciële bijbedoelingen, misschien komt niet elke euro even goed terecht, en zo kan ik nog wel wat doorgaan. Maar die redenering vind ik véél te gemakkelijk. Wie zou overigens zonder (mijn) bijgedachten in de kerken gezeten hebben, dit jaar ?

Mocht ik aartsbisschop Léonard zijn geweest (God beware me daarvan !), ik zou een klein kapitaal zijn gaan afgeven aan het Glazen Huis. Zonder een woord te zeggen. Het zou wellicht één van de efficiëntste aflaten ooit zijn geweest.

En als die Jezus uit het evangelie vandaag in Vlaanderen zou zijn geboren, waar dan ? In het Noordstation, omdat er geen plaats was in een asielcentrum voor een jong Palestijns koppel ? In een half lege kerk ? Of op de Groenplaats ?

Zomaar een gedachte.

Afgetopt

Afgetopt

Het is ons gelukt om de appartementen aan Lonka van drie naar twee verdiepingen terug te brengen. Dat is belangrijk op zich, maar ik hecht nog meer waarde aan het feit dat we echt hebben kunnen ingrijpen in een ruimtelijk planningsproces. Ik heb de voorbije jaren namelijk geleerd dat zoiets aartsmoeilijk is in Essen. Om één of andere reden volstaat het zelfs niet dat een wijziging uitdrukkelijk in de gemeenteraad wordt afgesproken om ze ook werkelijk in het plan of de voorschriften te zien opduiken. Door na de commissie enkele expliciete amendementen in te dienen bij het RUP Nieuwstraat-Oost en die te laten stemmen is er geen weg meer omheen : het RUP is anders uit de gemeenteraad gekomen dan het erin is gegaan.

Toch even een slag om de arm houden, want na de commissie ruimtelijke ordening dacht ik ook dat de conclusies helder waren. Maar zodra het verslag er lag bleek er plots geen eensgezindheid meer over wie wat gezegd had. Of beter : over wie wat niet had gezegd. Ik heb aan enkele mede-raadsleden moeten vragen of ik soms gek geworden was, maar dat bleek volgens hen niet het geval. Eén zei er wel lachend bij dat hij liever had gehad dat ik wél gek zou zijn geworden. Fair enough…

De hele vaudeville heeft ons wellicht geholpen. Ze heeft vooral de sp.a geholpen, want ook binnen de meerderheid werd de discussie door het verslag én door de amendementen die we naar aanleiding ervan indienden op scherp gesteld. Ere wie ere toekomt : dit is één van de -jammer genoeg te zeldzame- kwesties waar de partij heeft bewezen dat een meerderheid mét sp.a een verschil maakt tegenover één zonder hen.

Frans Schrauwen onthield zich bij de stemming. Ik waardeer het als mensen in de meerderheid voor hun eigen mening durven uitkomen. Zijn argument dat meer aanbod de prijs doet dalen is economisch bovendien correct. Tenzij de beschikbaarheid van appartementen in Essen extra vraag aantrekt van buiten de gemeente (en precies dat hebben we gezien bij heel wat appartementsprojecten). Dan kan het prijseffect alle kanten op, maar het volume-effect is ondubbelzinnig : Essen raakt volgebouwd. Vreemd dat dé verdediger van de slogan “Oase van Rust” zich daar niet wat meer zorgen over maakt.

Door het slijk

Door het slijk

Elke zichzelf respecterende gemeente in onze streek heeft een internationale veldrit. Dat is uiteraard een wat ironische vaststelling die iets zegt over het veldrijden. Maar het geeft ook aan hoe populair de sport hier ten lande is. Het is dan ook een ideale publiekssport : geen ingewikkelde regels, topsporters die heel bereikbaar zijn, wedstrijden die op tv perfect uitkomen en live veel gezelligheid uitstralen. En Vlamingen die meekunnen met de wereldtop. Die de wereldtop zijn zelfs. En als het geen Vlamingen zijn, dan wonen ze hier. Ideaal…

De Grote Prijs Rouwmoer is dan ook een jaarlijks evenement dat zijn plaats op de Essense kalender meer dan verdient. Een vaste bezoeker kan je me nochtans niet noemen, al was ik er nu wel voor het derde jaar op rij. Telkens met een ander statuut : na de perskaart van vorig jaar heb ik nu een dagje aan de inkom gestaan. Best leuk en boeiend, eigenlijk. Het geeft je bovendien een kleine blik achter de schermen, en die leerde me dat het allemaal heel netjes georganiseerd is. Het leert vooral wie met wat voor toegangsbewijs binnen komt. En wie vindt dat hij zonder enig papier binnen moet kunnen geraken, en dat in sommige gevallen ook doet. Naast BV zijn helpt blijkbaar soms ook gewoon om “BE” te zijn. Oud-toprenners zorgen dan weer netjes dat hun papieren OK zijn en brengen er alle begrip voor op dat je die ook netjes controleert. Interessant…

De koers zelf was bovendien mooi en spannend. En stiekem supporter ik bovendien toch voor degene die uiteindelijk gewonnen heeft – naast de Essenaren nastuurlijk. Maar de no-nonsense aanpak van Sven Nys kan me wel bekoren. Al had hij deze keer geluk dat Albert platreed. Maar geluk moet je afdwingen, heet dat dan.

Loodswezen

Loodswezen

In opdracht van het Autonoom Gemeentebedrijf werkt een studiebureau aan een concept voor de Hemelrijksite, in de eerste plaats voor de douaneloods. Onlangs is het AGB daar namelijk ook juridisch de eigenaar van geworden. Woensdag kregen we als raadsleden een stand van zaken van het bureau, en werd ook onze inbreng genoteerd. Nadat eerst voor het socio-culturele veld een inspraakronde was opgezet; later krijgt de hele bevolking nog een kans.

Ik wantrouw studiebureaus enigszins. Soms zijn ze een excuus voor bestuurders die zelf geen visie hebben, en in de ruimtelijke ordening zijn ze er mee voor verantwoordelijk dat stilaan alle Vlaamse straten en pleinen een doorslag van elkaar worden. Een zoutloze doorslag, dan nog. Deze keer was ik echter blij verrast : het bureau durfde een hele stap verder te denken dan ik had verwacht. Het uitgangspunt zat goed : ze pikten de draad min of meer op waar wij met onze Hemelrijkplannen gebleven waren. En van daaruit durfden ze bakens te verzetten.

De plannen bevatten een visie op het verkeer die me veel meer aanspreekt dan de Heikanttunnel in het Essense mobiliteitsplan. Ze streven net als wij een totaalvisie voor het hele domein na, met inbegrip van onder meer de Quarantainestallen. Daarbij gaan ze uit van ambitieuze maar realistische denkbeelden over de loods. Zo beseffen ze duidelijk dat sommige functies die daar zouden worden ondergebracht elders in Essen al zijn ingevuld, en dat het gemeentebestuur dus zaken zal moeten afstoten. Ze maakten ook meteen duidelijk dat ideeën over het deklasseren van de loods fictie zijn, en dat in de restauratie dus snel geld zal moeten worden gestopt. Bizar dat minstens één schepen die waarheid pas nu onder ogen leek te zien. Zou het dan toch beter zijn geweest eerst na te denken en dán te kopen ? Dat is toch oppositietaal, dacht ik…

De plannen verschillen van de onze wat de “passerelle” over het spoor betreft. Daar wordt eerder gekozen voor een brede voetgangers- en fietserstunnel. Als dat goed gebeurt, kan het inderdaad een alternatief zijn. Maar daar wringt voor mij het schoentje een beetje : er wordt hier een visie ontwikkeld die best in zijn geheel wordt aanvaard (of verworpen). Ik vrees dat dit college dat niet gaat durven. Dat de hal zal worden gerestaureerd, maar dat ze vervolgens gaat worden gebruikt voor allerlei evenementen waar de Essenaar alleen de auto-overlast van ziet. Of dat ze 330 dagen per jaar leeg gaat staan. Ik vrees dat er niets zal worden afgestoten of verplaatst, maar dat het gemeentebestuur zichzelf gaat (blijven) beconcurreren. Ik vrees dat de fietstunnel er wel komt, maar dat die dan uiteindelijk smal en donker wordt. En dat het viaduct toch zal blijven staan. En zo vrees ik nog wel wat…

Met hier en daar een kleine bijsturing zit de studie op het juiste spoor. Ik ben benieuwd wie mee op hun trein gaat springen en of die uiteindelijk ter bestemming zal komen. Of wordt deze IC-trein afgeschaft en gaat het college uiteindelijk voor een vervangboemeltje ?

Zes op Vier

Zes op Vier

Vorige jaar heette het nog “Vlaanderen Quizt”, deze keer noemde het Davidsfonds hun quiz “De Tafel van Vier”. Het concept bleef hetzelfde : eerst dezelfde quiz op een zestigtal plaatsen in Vlaanderen, daarna een finale in Brussel. De vierde uitgave, en ik deed dit jaar voor de derde keer mee. Twee jaar geleden als invaller in een team dat het jaar voordien de finale haalde, maar dat lukte toen niet opnieuw. Vorig jaar wonnen we met een ESAK-ploegje in Brasschaat, en zo mochten we in Brussel meedoen waar we ergens in het midden van het deelnemersveld eindigden. Dit jaar schoot ESAK te laat in actie, en was ik ondertussen aangeworven door de Wij aan de Grens-collega’s om samen “Essen United” te vormen. We wonnen opnieuw in Brasschaat.

Dus waren we bij de finale in Tour en Taxis. Onze ambitie : binnen de eerste helft eindigen. Het was er koud, er waren geen warme dranken of een hapje (terwijl de deelnemers van overal kwamen). Om 22u waren zelfs cola en chips op. De weersomstandigheden zaten erg tegen, zodat er slechts 40 ploegen kwamen opdagen. Maar de mensen van “Gent quizt” hadden een leuke serie vragen gemaakt. Sven Speybrouck is een uitstekend quizpresentator. En “Essen United” haalde een zeer onverhoopte zesde plaats. Wie vertrouwd is met de “Vlaamse quizranking” kan weten dat een top-drie met Maxisten, Martine Van Camp en Malheur op geen enkele quiz zou misstaan. En dat we ploegen als Canasta en Think René achter ons laten is ook geen evidentie.

De vragen lagen ons : net iets boven het normale Essense quizpeil en met (net als in de voorronde) enkele kansen voor Robins grote specialiteiten, deze keer geuit in het herkennen van renners die in het Vlaamse wielerpeloton een bijrolletje spelen – en de geboorteplaats van Salim Seghers. Wellicht was het voor de echte toppers net iets te gemakkelijk. Maar dat doet geen afbreuk aan de vaststelling dat we een heel mooi resultaat hebben neergezet. Bij thuiskomst heb ik dan ook een wel verdiend minuutsoepje klaargemaakt…

Het laatste kampvuur ?

Het laatste kampvuur ?

Eén van de eerste functies in de rand van de politiek die ik in Essen invulde was het lidmaatschap van de vzw Paviljoen, later de vzw Jeugdwerking. Dat maakt dat ik al een kleine twintig jaar het reilen en zeilen van het jeugdverblijfscentrum mee kan volgen. Niet van héél dichtbij, want naar mijn gevoel blijft er nog wel één en ander verborgen, zelfs voor bestuurders. Maar toch, ik ken het verhaal wel.

Naar mijn aanvoelen heeft dat verhaal een belangrijk keerpunt bereikt op de laatste gemeenteraad. De kernvraag werd vele jaren geleden door Dirk Smout als eerste gesteld : moet het gemeentebestuur (veel) geld steken in de uitbating van een jeugdverblijfscentrum, dat de Essenaar maar heel weinig baat bijbrengt ? Het antwoord kan eigenlijk alleen “neen” zijn. Zowat alle gemeenten subsidiëren de eigen jeugdbewegingen als ze op kamp gaan. De Vlaamse overheid subsidieert jeugdverblijfscentra. En ook in Essen zijn er op dat vlak meer dan genoeg privé-initiatieven die er (al dan niet met die subsidies) een centje aan overhouden.

Die “neen” werd in het verleden vaak uit de weg gegaan, op het einde van de vorige legislatuur zelfs op een vrij potsierlijke manier door het Paviljoen naar een andere vzw over te hevelen (alsof dat iets zou veranderen). Het centrum kwam terug naar de vzw Jeugdwerking, en het antwoord op de vraag van Dirk werd “ja, maar” : het gemeentebestuur kan het Paviljoen blijven uitbaten, als de opbrengsten de kosten dekken. Dan is er inderdaad geen bezwaar tegen, en dus sloot ik me bij dit uitgangspunt van het toekomstplan dat Gino Veraart uittekende aan. Met de personeelssubsidie van de Vlaamse overheid kwamen er nieuwe opbrengsten, en de ideeën om meer bezoekers aan te trekken zagen er goed uit.

Maar daarna viel het stil. De ideeën, die in het verleden ook al hadden bestaan, werden nooit concreet gemaakt. En de personeelssubsidie in 2009 werd gemist wegens te weinig overnachtingen. Met N-VA/PLE gingen we naar de gemeenteraad met het voorstel om er gewoon de stekker uit te trekken en het Paviljoen te verkopen. Onze eerste keuze is dat niet : het gebouw als lokaal verhuren aan de Scouts en in de zomer verder als kampplaats gebruiken (waar de Scouts dan voor zouden zorgen om daarmee hun huur te betalen) was onze voorkeuroptie, maar daar bleek bij de Scouts weinig animo voor te bestaan. We hadden verwacht dat het verkoopvoorstel erg koud zou worden onthaald, maar dat bleek niet zo te zijn. Ook het schepencollege had een grondige discussie gevoerd en bleek ook niet onvoorwaardelijk aan het jeugdverblijfscentrum meer vast te houden. Zelfs niet aan het gebouw, al is patrimonium van de hand doen dit college zo vreemd dat ik me niet kan inbeelden dat ze een verkoop echt zouden overwegen.

Het verkoopvoorstel haalde 11 stemmen tegen 13 bij 1 onthouding. Als die 13 stemmen het collegestandpunt vertegenwoordigen, dan blijkt het draagvlak voor jeugdverblijfscentrum Paviljoen nu wel erg klein. Al zou me na twintig jaar in dit verhaal niets meer verbazen…

The comeback kid

The comeback kid

In de gemeenteraden over de budgetten speelde Imelda Schrauwen (CD&V) in haar lange carrière als schepen vaak een weinig opvallende rol. Ze was nooit de vrouw van de grote debatten, en bovendien beheerde ze meestal bevoegdheden met een vrij constant budget, waar niet meteen met financiën een groot verschil wordt gemaakt. Verrassend dus dat ze de eerste keer dat ze er niet meer als raadslid zat plots wel in de schijnwerpers stond. Met een moeilijk dossier bovendien, want de gemeentelijke bijdrage aan het OCMW maakt een forse stijging door. Maar haar toelichting op maandagavond was erg helder, zoals ook raadsleden die het OCMW niet echt volgen me vertelden.

Ze kreeg één vraag, maar geen eenvoudige. Willy Hoppenbrouwers (Open Vld) was tot 2006 schepen van financiën en vroeg haar waarom precies die gemeentelijke toelage sindsdien zo fors gestegen was. Haar antwoord was zonder meer afdoend : de combinatie van een OCMW dat gewoon meer doet dan vroeger, de economische crisis en een fout in het “design” van de dienstencheques maakten de kostenstijging onafwendbaar (Willy mag trouwens nog van geluk spreken met het antwoord dat hij kreeg, want er zou een pittig verhaal kunnen worden geconstrueerd over de periode tot 2006).

Op mijn “bijvraagjes” kwam de juiste reactie. Ze durfde het zelfs aan om het openlijk eens te zijn met mijn vaststelling dat de prijs van de serviceflats voor discussie vatbaar is.

Heb ik me dan in het begin van de zomer vergist ? Neen. Ik ben er nog steeds van overtuigd dat het beter zou zijn geweest voor het OCMW als Jos Van Loon terug voorzitter zou zijn geworden. Ik denk dat er aan het Kerkeneind een aantal lijnen moeten worden getrokken die ik hem wél en Imelda níet zie uitzetten. En de vaudeville die CD&V had uitgetekend blijft te gek voor woorden en verdiende niet beter dan in de war gestuurd te worden. Toch kan ik niet ontkennen dat Imelda het vooralsnog beter doet dan ik had verwacht. Blijkbaar is ze net iets sterker als ze wordt onderschat. Dat hebben we dan gemeen…

Beraad

Beraad

De dubbele gemeenteraad over de gemeentefinanciën was zoals gebruikelijk vooral voor de raadsleden zelf leerzaam : wie de stand van zaken in een dossier wil kennen, krijgt een uitstekende kans daarvoor wanneer de rekening of het budget besproken wordt. Wij (N-VA/PLE) hielden ons daarbij dit jaar wat in, vooral omdat we in de commissie financiën al een lange lijst met vragen hadden voorgelegd. Maar opgeteld bij de vragen van de andere oppositiefracties werd het vragenlijstje toch lang. De kwaliteit van de antwoorden varieerde zoals kon worden verwacht van het spreekwoordelijke “kluitje in het riet” tot vrij overtuigend. Ook dat is uiteraard leerzaam.

Het overlopen van de antwoorden nam wel veel tijd in beslag. De spreiding van de zitting over twee dagen is een goede zaak, maar misschien kan de procedure nog efficiënter. We zouden het scenario voor maandag kunnen behouden, met het schepencollege en de OCMW-voorzitter die de budgetten toelichten en de fracties die een eerste reactie geven en vragen stellen. Vervolgens zou het college op dinsdag de antwoorden kunnen voorbereiden, om die tegen pakweg 17u aan de raadsleden te mailen. Die avond kunnen de fracties dan vergaderen met de antwoorden en met ook alle amendementen die de raadsleden hebben ingediend op tafel. Dat lost meteen het probleem op van CD&V-collega Fons Tobback die zich in volle raad erover moest beklagen dat hij de oppositie-amendementen niet had gezien, terwijl zijn fractieleider die netjes op papier had gekregen…

Op woensdag kan deel twee van de raadszitting dan plaatsvinden, waarbij alleen nog op de vragen die onvoldoende zouden zijn beantwoord moet worden teruggekomen. Vooraf moet dan wel de uitdrukkelijke afspraak worden gemaakt dat er op de tweede zitting geen nieuwe vragen meer mogen worden gesteld. Dat zou de totale vergadertijd volgens mij inkorten, en het geheel wellicht ook voor het publiek iets meer verteerbaar maken.