In de Lage Landen wordt sinds de verkiezingen van juni aan de vorming van twee regeringen gewerkt. Zowel Rutte I als Di Rupo I stonden vrijwel onmiddellijk in de sterren geschreven, maar beide staan nog niet op het spoor. Dat is ook niet zo verwonderlijk, want de kiezer maakte het zowel in Noord als Zuid niet eenvoudig. Naast de twee genoemde heren boekte in beide landen ook een relatieve “outsider” stevige winst.
Natuurlijk zijn de verschillen tussen Wilders en De Wever erg groot : onze outsider is een verantwoordelijk politicus, die een partij leidt met een stevig kader. De andere is het enige lid van zijn partij die vooral doordrongen is van zijn persoonlijke fobie voor al wat van ver of nabij aan de islam refereert. Beide zijn wel intelligent en uitstekend in het debat. Gelukkig hebben ze niet dezelfde kapper.
In beide landen verloren bovendien de christen-democraten, in het verleden altijd goed om de mayonaise van een regering te doen “pakken”.
Bij de regeringsvorming vallen de verschillen op : in Nederland moet vooral gezocht worden naar een regering die de helft van de zetels heeft en toch nog enige ideologische samenhang vertoont. Dat laatste is in België een vrijwel gepasseerd station : het zit er gewoon niet in. En de helft van de zetels is niet genoeg : het moeten er meteen twee derde zijn. In Nederland wordt er gewoontegetrouw met een serietje informateurs gewerkt, onze koning bleek alweer inventief in het bedenken van een nieuwe titel : de preformateur.
Maar toch. Beide tradities zijn eigenlijk heel gelijklopend en zeer verschillend van bijvoorbeeld de Britse en de Franse, waar regeringen in enkele dagen worden gevormd. In Nederland gaat het debat over bezuinigingen en integratie (in die volgorde), bij ons over de staatshervorming en bezuinigingen (in déze volgorde). Naast reële kwesties spelen er ook symbooldossiers mee. En uiteindelijk wordt er in beide gevallen aan een soort gedoogconstructie gewerkt : de groenen die de 2/3 leveren zonder in de regering te stappen, Wilders die de meerderheid van VVD en CDA gedoogt.
De Nederlandse gedoogvariant is overigens wel interessant. Voor mij is ze “not done”, omdat je een regering niet laat afhangen van een racist, die naar mijn aanvoelen ook nog eens labiel is. Ik begrijp volkomen de kritiek bij de achterban van het CDA, en zou als ik van hen was ook niet toehappen. Maar als het doorgaat en redelijk werkt, kan het model op zich misschien ook over de grens school maken.
Beide regeringen zijn nog niet aan de finish, en het blijft me benieuwen waar er eerst een fotograaf mag aantreden : op de trappen van Laken of het bordes van Soestdijk. Het zou niet zo evident zijn om vandaag geld in te zetten op de ene of de andere. Als de huidige formatie van de rails loopt, zijn de gevolgen namelijk heel verschillend. In Nederland komt dan een middenkabinet van CDA, VVD en PvdA terug in beeld, of nieuwe verkiezingen. Bij ons gaapt dan de afgrond. En net dat verschil maakt dat het misschien deze keer net iets eenvoudiger is in de Wetstraat dan een het Binnenhof. Maar als het wel lukt in Den Haag, dan kan het natuurlijk snel gaan. Terwijl er hier toch meer op het menu staat.
Boeiend, dat wel…