Archief van
Maand: januari 2010

In het begin was het Woord

In het begin was het Woord

Nadat ik de hele dag een vergadering had voorgezeten stond dinsdagavond nog de gemeenteraad op het programma. Wat daaruit te onthouden valt, komt in de Nieuwsflits. Daarnaast trek ik nog twee conclusies…

We mogen het volgens Gaston en Ludwig niet over het jeugdsporttarief hebben, want dat staat in de beleidsnota. Tenminste, het staat er niet echt in, maar het had er moeten instaan. Niet dat het college geprobeerd heeft om het erin te zetten -een eenvoudig amendement zou daarvoor volstaan hebben- maar ze hebben het er wel over gehad. Hun woorden zijn wet geworden (het proces doet me wat denken aan de eerste verzen van het Johannesevangelie). Ik raad het college aan om geen voorstellen van mij meer goed te keuren, want dat zou ik er wel eens vanuit kunnen gaan dat alles wat ik bij de bespreking heb vermeld óók mee goedgekeurd is.

Oud-schepen Jos Van Loon is unaniem verkozen als voorzitter van de Gecoro. Het is op zich niet zo evident om drie jaar na het einde van een schepenambt alle stemmen van de eigen partij, van de oud-coalitiepartners en van de voormalige opposanten te krijgen. Ik hoop dat het hem plezier doet, maar vooral dat hij het draagvlak gebruikt om met een sterk en onafhankelijk gezag het belang van de goede ruimtelijke ordening in onze gemeente te dienen.

Gedichtendag 2010

Gedichtendag 2010

Alleen in mijn gedichten kan ik wonen

Alleen in mijn gedichten kan ik wonen,
elk land, elk huis, laat staan dit lijf is mij te eng.
Aan niets, aan niemand kan ik ooit volledig toebehoren
dan aan die onbetrouwbare innerlijke stem.

Alleen in mijn gedichten kan ik wonen,
mijn eigen bouwwerken van het meest flexibel materiaal,
vol gaten, voor wie geen grenzen kan stellen aan zijn dromen,
vol nestelplaatsen in het eigenwijs gekronkel van een taal.

Soms vrees ik dat voor mij de tijd al is gekomen
waarin mij elke kracht ontbreekt
om van de barre steden waar ik ben nog weg te dromen,
maar dan is daar toch weer die stem die in mij spreekt
en mij terug tot mijzelf doet komen,
d.w.z. die mij openbreekt.

Jo Govaerts

De bozbezbozzel

De bozbezbozzel lijkt wat op
Een jenk, maar heeft een klein’re kop.

Zijn poten staan steeds twee aan twee
Als eenmaal bij het stekelree.

Hij hinnikt als een maliepaard,
En als het sneeuwt heeft hij een staart.

Wanneer die staart zijn kop zou zijn,
Was hij precies een spieringzwijn.

En als hij zeven staarten had,
Een kossosale kolbakrat.

Nu lijkt hij nog het meeste op
Een jenk, maar met een klein’re kop.

Cees Buddingh

De Sint

De Sint

Ik heb destijds niet gestemd voor de “Grootste Belg”. Als ik dat wel zou hebben gedaan, zou ik wellicht voor Rubens hebben gekozen, zoals ik op deze site lang geleden heb uitgelegd. Niet voor pater Damiaan dus. Sint-Damiaan, moet ik eigenlijk zeggen.

Toch ben ik met veel interesse maandag in de kerk van Horendonk gaan luisteren naar het verhaal van Jef Vermassen over Damiaan. Een bijzonder goed initiatief trouwens van Essen en de Derde Wereld, de gemeente en de parochie. Een volle kerk leek me ook wel een geschikte omgeving om het verhaal tot zijn recht te laten komen. Al is het een vreemd land waar de advocaten de kerk vol laten lopen. O tempore, o mores…

Vermassen heeft me verbaasd. Ik had natuurlijk verwacht een uitstekend spreker in actie te zien. Dat was wellicht zelfs de belangrijkste reden dat ik naar Horendonk was afgezakt. Maar zelfs die redelijk hooggespannen verwachting heeft hij voor mij nog overtroffen. Ik zou niet graag in de assisenjury zitten die hij probeert te overtuigen. Wel voor het genot om naar hem te luisteren. Maar ik vrees dat hij me desgevraagd van de onschuld van Stalin en de schuld van Gandhi zou kunnen overtuigen…

En Damiaan ? Die komt zo natuurlijk goed uit de verf. Vermassen stelde hem heel Vlaams voor, als rebel die pragmatisch en met lak aan gezag -ik schreef bijna “aan God en gebod”- vocht voor wat hij juist vond. Dat maakt de man natuurlijk onvermijdelijk sympathiek. Soms ontbrak de mens een beetje in het verhaal. De Jozef De Veuster die af en toe onvermijdelijk moet hebben getwijfeld. Maar dat doen helden niet.

Heiligen misschien wel. Het concept “heiligverklaring” vind ik nogal vreemd, maar als er iemand het verdiende dan is het natuurlijk Damiaan. En voor een priester lijkt me dat uiteindelijk toch een heel wat grotere eer dan “Grootste Belg”…

Aartsgevaarlijk ?

Aartsgevaarlijk ?

Ik ben verbaasd. Verbaasd dat de benoeming van bisschop Léonard van Namen tot aartsbisschop zoveel verbazing opwekt. Ik zou immers pas echt verbaasd zijn geweest als Léonard het niet was geworden. Een bisschop wiens ideeën naadloos aansluiten bij die van de vorige én de huidige paus, perfect tweetalig, en bovendien met een onmiskenbare charme en charisma. Ze zouden in Rome wel gek zijn geweest om hem niet te kiezen, toch ?

Ik ben het (uiteraard) niet eens met de ideeën eens die hij de voorbije jaren heeft verkondigd. Het katholicisme waar hij voor staat is niet het mijne. Maar je kan mij dan ook eerder als “sociologisch katholiek” omschrijven, zoals het de voorbije dagen in een krant werd genoemd. En ik denk dat het Karen Armstrong was die zichzelf ooit een “soms praktiserend monotheïst” noemde, een omschrijving die ik ook nog wil aanvaarden. Mocht een godsdienstkeuze helemaal los staan van de cultuur waarin je opgroeit en leeft (quod non), ik zou wellicht bij een andere branche van dat monotheïsme uitkomen dan bij de Katholieke Kerk. Wil Léonard wel “katholieken” zoals ik ?

De Kerk in West-Europa lijkt er enigszins voor te hebben gekozen om de randkatholieken, zij die alleen de kerk betreden voor een doopsel, een huwelijk, een begrafenis en misschien een Kerstviering, los te laten. Niet met harde hand, maar gewoon door niet te proberen hen bij te houden. Om dan verder te doen met een stevige, rechtlijnige Kerk. In partijpolitieke termen vertaald : een programmapartij worden in plaats van een volkspartij.

Het verschil tussen dat randkatholicisme en het sociologische katholicisme in Vlaanderen (mijn definities) zit niet in de geloofsbeleving, maar wel in het feit dat in Vlaanderen heel veel, en heel grote, instellingen een formele of traditionele band met de Kerk hebben. Van CM tot KWB, van Caritas tot menig lokale harmonie. In tegenstelling tot de “losse” randkatholiek levert dat sociologische katholicisme de Kerk een bepaalde macht en invloed op, die ze op basis van de harde kern van gelovigen niet zou hebben. Om die te behouden, of toch om ervoor te zorgen dat de afkalving zéér langzaam verloopt, moet de Kerk dan wel de gemiddelde sociologische katholiek min of meer aan boord houden. En die (ik kan dat weten, want ik ben er één) verwacht dat de Vlaamse Kerk zich rekkelijker toont dan Rome, en zonder zich daarom al te actief te verzetten tegen de pauselijke leer vooral de nadruk legt op de inclusiviteit en de barmhartigheid van Christus’ boodschap. Vooral uitspraken over de individuele moraal liggen moeilijk, in het bijzonder wanneer de Kerk die moraal aan de gehele maatschappij (ook het niet-katholieke deel) probeert op te leggen. Kardinaal Danneels slaagde er als aartsbisschop meesterlijk in om daarbij de kerk én de Kerk in het midden te houden.

De uitdaging voor Léonard is volgens mij de manier waarop hij met dit gegeven zal omgaan. Bovendien denk ik dat dit veeleer een vraagstuk is dat in Vlaanderen speelt, en veel minder in Wallonië, waar de katholieke zuil sowieso minder sterk is. Ik kan me inbeelden dat de bisschop van Namen zich daar toch even zal in moeten inwerken. Misschien zit de oplossing er wel in dat hij trouw blijft aan zijn ideeën, maar veel ruimte biedt voor tegenspraak, voor dialoog en voor een praktijk die kan verschillen met zijn theorie. Ik kan me bijvoorbeeld inbeelden dat op die manier -om de organisatie te noemen die ik op nationaal niveau het beste ken- KSJ-KSA-VKSJ (drie K’s!) aan boord kan worden gehouden. De conservatieve waarden als enige ware vooropstellen, lijkt me de beste manier om het middenveld in Vlaanderen de komende vijf jaar grondig overhoop te zetten. Met mogelijk verstrekkende gevolgen : wat is de CM, want kan de CM zijn zonder de C ? Om er maar één te noemen.

Léonard lijkt me een verstandig man. De keuze zal dus bewust gemaakt worden. Ik zal er met interesse naar kijken.

Ciskus

Ciskus

Cis Kerstens is overleden. Op honderdjarige leeftijd, tenminste als je het naar voltijdsequivalenten omrekent.

Gedurende jaren stond op een Essense fuifaffiche “DJ Stancis” zoals er “vrij van zegel” opstond : als een vast gegeven. Cis heeft meer dan één generatie Essenaren muziek -goede muziek- geschonken. Met een draaitafel, een paar lampen en een serie plaatjes of CD’s (die als het slechte waren de zaal in werden geslingerd) bepaalde hij het Essense fuifcircuit.

Legendarisch was de strijd tussen hem en Rex-uitbater Martin Soeterbroek wanneer ’s nachts het feest moest worden beëindigd. Martin wilde het feestje stoppen, Cis wilde doorgaan. De winnaar was altijd dezelfde, de morele winnaar altijd Cis.

Met zijn Magazijn maakte hij zelfs zijn eigen Rex – wat volgens mij de eerste aanzet is geweest die heeft geleid tot een gemeentelijke fuifzaal.

Zelf heb ik niet zo veel contact met hem gehad, DJ’s regelen was altijd de bevoegdheid van iemand anders – waarbij soms verbazend voordelige deals kon worden afgesloten met hem, dat weet ik wel. Maar met hem is wel een stukje jeugd ten grave gedragen. En lang niet alleen van mij, integendeel.

850 + 1

850 + 1

Met de Nieuwjaarsreceptie op het Heuvelplein -sinds vorig jaar een “instant-klassieker”- werd het feestjaar “Essen 850” gisteren gepast afgesloten. Het was een heel mooi jaar, en al wie eraan heeft meegewerkt verdient in elk geval een dikke pluim.

Met N-VA/PLE hebben we ons trouwens voluit achter het feestjaar geschaard. Heel wat van onze mensen zijn er ook actief bij betrokken geweest, al dan niet vóór de schermen. We hebben wel met een kritische blik naar de hele viering gekeken, zoals dat ook van ons mag verwacht worden. Op twee vlakken vonden we dat de verkeerde keuzes werden gemaakt, met name op het gebied van de gekozen organisatiestructuur en wat het programma betrof.

Over de organisatiestructuur kan ik kort zijn. De oprichting van de vzw “Essen 850” werd ondertussen als onwettig beoordeeld door de minister. In de procedure die het gemeentebestuur had moeten volgen, was één van de stappen dat het schepencollege de meerwaarde van de vzw-constructie had moeten aantonen. Nu, post factum, zie ik alvast niet in wat de vzw meer en beter heeft gedaan dan een (tijdelijk versterkte) gemeentelijke cultuurdienst had gekund.

Het programma vonden we overladen. We dachten dat daarmee het etiket “Essen 850” dat op allerlei activiteiten werd gekleefd zou worden gedevalueerd. Ook op dat vlak denk ik dat we grotendeels gelijk hebben gekregen. De Essenaar zelf heeft het programma tot zijn essentie herleid, waardoor sommige activiteiten een (groot) succes zijn geworden, en andere tussen de plooien zijn gevallen. Jammer voor wie net daarin dan veel tijd heeft gestoken.

Gelukkig is het evenement waarin opgeteld het meest werk gestoken is, de historische stoet, wel degelijk ook het absolute hoogtepunt geworden van de viering. Het voorstel van de burgemeester gisteren om Maria Gommeren de gemeentelijke culturele prijs 2010 te geven zal ik dan zeker ook steunen. Niet alleen voor de stoet trouwens, Maria heeft ook vóór en ná 6 september heel verdienstelijk werk geleverd.

Voor mij was het feestjaar vooral het jaar van “Essen in Beeld”. Zou ik eraan begonnen zijn als ik vooraf had geweten hoeveel werk dat project zou meebrengen ? Moeilijk te zeggen… Ik denk het uiteindelijk wel, want ik ben best een beetje trots op het resultaat dat we met een heel kleine groep mensen hebben bereikt – waarbij ik in de eerste plaats Rudi Smout even in het voetlicht wil zetten, want zonder hem zou Essen in Beeld gewoon niet mogelijk zijn geweest. De cijfers spreken voor zich. Zelf vind ik het vooral jammer dat ik niet (nog) meer foto’s heb kunnen maken dit jaar. Niet omdat ik zo graag de top-5 had gehaald, wel omdat er nog heel wat foto-ideeën in mijn hoofd zitten…

Essen 850 ? Het is mooi geweest !