A giant leap
Veertig jaar geleden zette de mens voor het eerst voet op de maat. In 1969 werd een grens verlegd waarvan de betekenis wellicht pas binnen verschillende decennia echt duidelijk zal worden. Met apparatuur die er in de ogen van vandaag ongelooflijk primitief uitziet en met computers waarvan je de gezamenlijke kracht wellicht niet veel groter was dan het toestel waarop ik dit intik, slaagden drie Amerikanen erin om te landen in de Zee der Stilte. Ik was er geen getuige van, wegens nog niet geboren, maar ik heb natuurlijk de beelden al dikwijls gezien. Bovendien heb ik de voorbije weken enkele documentaires over die eerste maanreis bekeken. Het valt me vooral op hoe snel het op het eind gegaan is. Apollo 8, dat het eerste bemande rondje om de maan draaide, werd in december 1968 gelanceerd. Dan moest de maanlander nog worden getest…
De maanlanding was race tegen de tijd, maar ook zonder dat aspect was het een gedurfde onderneming. Natuurlijk was het de bedoeling om de Sovjets vóór te zijn, om het prestige van het Westen te redden nadat die als eerste een satelliet hadden gelanceerd, en een man in een baan om de Aarde hadden gebracht. Maar die twee mijlpalen stonden min of meer in de sterren geschreven zodra de eerste V2’s (jammer genoeg) het luchtruim ingestuurd werden. Landen op de maan was toch van een heel andere orde. Het vooruitzicht eraan had de mens al zolang geïnspireerd. De fantasieën over de maanmannetjes maakten geleidelijk plaats voor de bijna visionaire fictie van Jules Verne en Hergé. Dat het precies president JF Kennedy was die de maanlanding vooropstelde, was passend : op een unieke manier wist hij de toekomstidealen van zijn generatie te verwoorden. Het was niet zomaar een eenvoudige opdracht, wat wordt aangetoond door het feit dat de mens sinds 1972 niet meer teruggekeerd is naar het maanoppervlak. Het pleit toch voor de veerkracht, de durf en de pioniersmentaliteit van de Verenigde Staten dat ze dit waarmaakten.
Zoals het tegen hen pleit dat ze de bemande ruimtevaart wat verwaarloosd hebben, op het Space Shuttle-programma na. En (daarmee samenhangend) het Internationaal Ruimtestation ISS. Maar laat ons daarbij niet vergeten dat wanneer dat toestel hier overvliegt het een stuk dichter bij ons is dan pakweg Parijs. Buzz Aldrin en collega’s wezen er de voorbije dagen terecht op dat Mars het doel moet zijn de komende jaren. Liefst natuurlijk in een samenwerkingsverband met zoveel mogelijk landen, maar niemand zal eromheen kunnen dat de V.S. het voortouw moeten nemen.
Toevallig zag ik net dit weekend de film Star Trek – zonder een “Trekkie” te zijn kon ik de (eerste) serie wel waarderen, en de recensies beloofden een goede film. Dat was ook zo, al blijft het wat onwaarschijnlijk dat een inslag van een stevig projectiel aan een astronomisch hoge snelheid alleen blikschade veroorzaat… Ik hoop dat ook vandaag dit soort fictie een beetje een leidraad mag blijven om waar te maken wat toch één van de grote roepingen van de mens is : to boldly go where no man has gone before !