Het is een wat vreemde traditie geworden, geholpen door het toeval : als ik kandidaat ben bij de verkiezingen, dan trek ik dezelfde week nog naar het noorden. Met name om een bezoekje te brengen aan Helsinki. Kwestie van wat afstand te kunnen nemen, wellicht.
Al moest ik daar deze keer wel een kort zeereisje voor maken. Mijn werkgever had me namelijk niet naar Finland, maar naar Estland gestuurd. Naar Tallinn. Maar ik heb aan het werkbezoek enkele dagen als toerist gekoppeld (uiteraard op eigen kosten, voor wie daaraan zou twijfelen) en zaterdag heb ik dan even de overstap gemaakt naar Helsinki. Met een snelle boot is dat anderhalf uur varen. En ik hou nogal van de Finse hoofdstad, met zijn moderne en gezellige uitstraling en zijn prachtige ligging aan de Baltische zee.
Maar ook Tallinn was zeker de moeite. De stad heeft heel veel van zijn Middeleeuwse gebouwen bewaard en ziet er eigenlijk zowat uit als de kastelen uit de boekjes. Het ziet er op dat vlak (Noord-)Duitser uit dan de Duitse steden. Het hele centrum is zo goed als autovrij (daar zorgen de kasseien wel voor), staat vol gezellige terrassen zonder overdreven “commercieel” aan te doen en doet ook ’s avonds erg “veilig” aan, wellicht ook omdat het er in deze tijd van het jaar erg lang licht blijft. De Esten zijn bovendien nuchter maar gastvrij.
En het Ests heeft iets heel bijzonders : het lijkt erg op het Fins, zeker grammaticaal, en het is daardoor op zich dus onbegrijpelijk. Het Fins is namelijk geen Indo-Europese taal, en staat dus verder van ons af dan pakweg het Russisch, het Farsi of het Sanskriet. Maar de Esten bijzonder veel woorden overgenomen van de verschillende bevolkingsgroepen die er in de loop der eeuwen woonden. Vooral van de taal die al die groepen onderling gebruikten : het Nedersaksisch of Nederduits, de variant van het Duits die in de Duitse gebieden in het Noorden werd (en soms nog wordt) gebruikt. En die taal is veel minder verwant met het “officiële” Duits (het Hoogduits) dan met… het Nederlands. Zodat heel veel Estse woorden dus zeer herkenbaar zijn voor Nederlandstaligen. Al ging er soms wel wat aanpassing overheen : school werd “kool”, maar wel degelijk uitgesproken met een o-klank en niet met de oe die in het Hoogduits of het Engels wordt gebruikt. Eén van de bekendste torens in Tallinn heet “Kiek in de Kök” (waarbij de ö op zijn Duits wordt uitgesproken). Die toren heet zo omdat je van daaruit recht in de keukens van de omwonenden kon binnenkijken. Dat spreekt vanzelf. Voor de Esten. En voor ons…
Tallinn doet erg Scandinavisch aan, en de Esten voelen zich ook het best thuis in de groep van de Noord-Europese landen. Het is dan ook vanzelfsprekend dat hun land bij de EU aansloot. Tegelijk is Rusland heel dichtbij : als je in Tallinn van de luchthaven komt, kom je een richtingaanwijzer naar Sint-Petersburg tegen. Ongeveer een derde van de bevoling van Tallinn is van Russische afkomst, maar voor de Esten zijn de Russen de “ex-bezetter”.
Ik heb ondermeer de grasvlakte bezocht waar de Esten zich in 1991 naar de vrijheid hebben gezongen (!), en ook het nationaal museum aangedaan. Ik begrijp heel goed dat de Esten niet zo tuk zijn op hun oosterburen. Russen worden min of meer als tweederangsburgers behandeld, en wie de Estse nationaliteit wil moet een taalexamen afleggen. Erg begrijpelijk, en voor een deel ook verantwoord. Maar Estland (samen met de andere Baltische staten Letland en Litouwen) zou er volgens mij veel baat kunnen hebben om zich te positioneren als een brug tussen het Westen en Rusland, en hun medeburgers niet in de eerste plaats te zien als “agenten van Moskou”. De scheepswerf die we bezochten tijdens het werkdeel van de reis gebruikt het Russisch als omgangstaal, omdat op die manier ook de Oekraïense gastarbeiders kunnen meepraten. En ook om de enorme markt in het Oosten te kunnen blijven bespelen.
Ik heb alleszins genoten van Estland (dat bovendien relatief goedkoop is) en zou zeker nog eens terug willen gaan. Niet alleen naar Tallinn, want wat ik van het platteland gezien heb sprak me ook wel aan. Plaats voor de natuur is er in elk geval maar dan hier : op dezelfde oppervlakte als Nederland wonen er iets meer dan één miljoen mensen. En de afstand bleek effectief voldoende om inderdaad even enkele zaken op een rijtje te zetten. Ook meegenomen, natuurlijk.