In de buurt
Het Essense gemeentebestuur organiseert buurtinfoavonden. Drie van de zes zijn achter de rug, twee heb ik er ook bijgewoond. Tijd voor een tussenstand…
Op de infoavond wordt heel wat informatie meegegeven aan de aanwezigen. In een eerste luik komt een algemeen overzicht van de werking van het lokale bestuur aan bod. Vreemd genoeg wordt vooral de werking van het OCMW en van de politie (de wijkwerking dan) uitgebreid toegelicht. De werking van het gemeentebestuur moet het met een heel wat beknoptere uitleg stellen. Zo weten de bezoekers na de avond dat ze voor een indicatiestelling van de Zorgverzekering bij het OCMW terechtkunnen, maar hoe ze de Heuvelhal kunnen reserveren weten ze niet. Dat is misschien ook niet de bedoeling van de avond, maar een beetje evenwicht in de presentaties zou wel nuttig zijn geweest. En waarom wordt het politiebeleid door een ambtenaar toegelicht, en de beide andere luiken door een politicus ?
Daarnaast werd vooral aandacht gegeven aan enkele grote projecten in de betrokken wijk, en aan de vragen die de bewoners vooraf hadden binnengebracht. Ik heb daar redelijk veel uit geleerd. Maar ik behoor niet helemaal tot het doelpubliek, en bovendien heb ik af en toe goed tussen de regels moeten luisteren. Vooral op de infoavond voor Essen-Centrum had ik de indruk dat de vraagstellers zelf wat op hun honger bleven. In Statie, waar er minder volk was en de mensen zelf meer kansen kregen om te reageren, was dat veel minder het geval.
Het “hongergevoel” komt voor een deel wellicht omdat de burgemeester terecht niet zomaar snel een eigen mening verkondigde en af en toe eerlijk durfde zeggen dat het niet zo eenvoudig is, maar voor een deel ook omdat het bestuur op een aantal domeinen een schromelijk gebrek aan een lange termijnvisie heeft. Vooral op het vlak van wegeninrichting en openbare infrastructuur kwam dit naar boven.
Uiteindelijk bleken heel wat van de vragen overigens uit hetzelfde basisprobleem voort te komen : Essen wordt aan een hoog tempo volgebouwd, en wordt daarmee snel drukker waardoor de verkeersafwikkeling complexer wordt en het “samen leven” in het algemeen wat meer inspanningen vraagt.
Het gemeentebestuur heeft op dat terrein niet alle hefbomen zelf in handen (maar meer dan het doet uitschijnen), en bovendien vraagt beleid op dit gebied een dosis moed en flink wat doorzettingsvermogen : het duurt enkele jaren om het bij te sturen. Maar een vastberaden gemeentebestuur kan wél keuzes maken. Er staan onrustwekkend veel nieuwe woonprojecten op stapel in Essen, veel meer dan onze gemeente zelf nodig heeft. Omdat het niet altijd de juiste projecten zijn, zal er wellicht daarnaast toch nog bijkomende ruimte moeten worden aangesneden om wonen voor de Essenaar betaalbaar te houden. Maar de druk op de gemeente dreigt zo veel te hoog te worden – dat we qua inwonersaantal Kalmthout voorbij zijn gegaan, is een veeg teken aan de wand.
Wat mij betreft moet er aan de noodrem getrokken worden, om zo te stoppen of af te remmen wat nog kan. En er moet nu voor gezorgd worden dat er binnen een aantal jaren geen tweede grootschalige bouwfase komt. Want dan is Essen definitief wat het volgens onze verkiezingsslogan in 2000 niet mocht worden : een voorstad van Antwerpen of Rossendaal.
Verder vraag ik me af of het gevoel dat bij veel mensen leeft dat er alsmaar sneller wordt gereden in hun straat niet wordt veroorzaakt door het feit dat er gewoon méér verkeer is. In een drukke Stationsstraat voel ik me als fietser sowieso onveilig, ook al wordt er maar 30 km/u gereden. Dat zou ook verklaren waarom verkeerstellingen dikwijls uitwijzen dat de snelheid lager ligt dan die door de mensen wordt aangevoeld. Zou er onderzoek bestaan naar het “subjectief snelheidsgevoel” ?
Tenslotte zou ik het nuttig hebben gevonden de deelnemers aan de infoavond een evaluatieformulier te geven. Beantwoordde de avond aan hun verwachtingen, hoe vonden ze de verhouding informatie/vragen, vonden ze het geheel wat te lang(dradig) of juist niet… ? Zelf zou ik alvast een rustpunt halfweg, bijvoorbeeld met een humoristisch filmpje, een goed idee gevonden hebben.