Hoezo Europa ?
Ik zat de voorbije dagen in Parijs, voor de bespreking van de “Economic Survey” van België bij de OESO. Als loyaal federaal ambtenaar kan ik daarover inhoudelijk niets zeggen. Uit de –zeker voor een economist bijzonder interessante- discussie heb ik wel onthouden dat de onzekerheid over duur een diepte van de huidige wereldwijde economische crisis nog lang niet voorbij is. Wat doet vermoeden dat hetzelfde geldt voor de crisis zelf.
Naast het werk herinnerde het korte verblijf in de Franse hoofdstad me eraan dat (vanzelfsprekend) de Europese verkiezingen op (en rond) 7 juni in de hele EU plaatsvinden. In ons land worden ze behoorlijk overschaduwd door de Vlaamse verkiezingen. Eigenlijk is het wat ongeloofwaardig dat degenen die de federale en de Vlaamse verkiezingen gescheiden willen houden –en daar hoor ik bij- er geen bezwaar tegen hebben dat het Europees Parlement wél tegelijk met het Vlaams Parlement wordt gekozen. Zo wordt de kans gemist om op het belang van de Unie te wijzen, waardoor het draagvlak voor het Europese project verkleint. Waardoor de EU niet krachtig kan optreden, en dus aan belang verliest. Een variant op de vicieuze cirkel waar de Unie zo al sterk onder lijdt, en die vooral gevoed wordt doordat wat fout gaat op de EU wordt afgewimpeld en wat goed loopt altijd door “nationale” politici wordt geclaimd. Europa verdient beter, en dat geldt ook voor de Europese verkiezingen.
Want ook in andere landen worden die overschaduwd. Niet door een andere verkiezing, maar gewoon door verregaande desinteresse. In Parijs heb ik welgeteld één reeks affiches zien hangen, van de MPF – als ik me niet vergis een zeer rechts van het politieke spectrum te situeren gezelschap, maar dat kon ik uit hun affiches niet afleiden. Politieke partijen overal proberen itets aan die desinteresse te doen. Veelal niet door zorgvuldig te wijzen op het belang van de EU en van het Europees Parlement, maar wel door kandidaten op de lijst te zetten die eigenlijk niet meteen belangstelling hebben voor een zitje in dat Parlement, maar die wel bekend zijn. In het beste geval uit de politiek, in het slechtste geval uit een lokale soap. Zowat de enige andere succesvolle manier om te scoren blijkt om zich hard af te zetten tégen Europa. Wat bijzonder eenvoudig wordt gemaakt doordat zo weinigen zich sterk maken vóór Europa. Nu zijn de meeste partijen in de EU wel vóór : ik vermoed dat van alle regeringspartijen 9/10 pro-EU is. Máár als je altijd alle verdiensten hebt geclaimd voor je eigen (eerste) ministers en de Europese Commissie hebt beladen met alle zonden Israëls, dan moet je dus wel een campagne voeren die varieert van redelijk eurokritisch tot quasi-euroskeptisch. Waarmee je uiteraard geen vuist maakt tegen de eurocritici.
De Vlaamse partijen, tenminste CD&V en Open Vld, doen het op dat vlak dan nog een stuk beter dan in het buitenland. Maar misschien is dat wel omdat ze nu ook weer niet zoveel nationale successen te claimen hebben. En omdat ze toevallig beide een lijsttrekker hebben die én bekend én erkend Europeaan is.