Wie gaat kopje onder ?
Even terugblikken op de gemeenteraad van gisteren… Ik vond het een redelijk boeiende en interessante vergadering. Met één uitschuiver(tje) : de burgemeester die het nodig vond om het voorstel van onze fractie over het zwembad te omschrijven als een politiek spelletje. Nu, we zijn geen kerstekinderen : uiteraard hebben we ook een politiek doel met de acties die we ondernemen. Maar dat geldt ook voor alle andere fracties. Het wordt pas een “spelletje” als iemand een standpunt inneemt met uitsluitend de bedoeling zichzelf in het zonnetje te zetten of het de ander lastig te maken, terwijl de inhoud ervan hem eigenlijk niet veel kan schelen. En dat is met het zwembad absoluut niet het geval. We zijn er echt wel van overtuigd dat het de moeite waard is om te onderzoeken of het nu niet beter zou zijn meteen een sporthal en een zwembad te combineren.
Ik wil wel eerlijk bekennen dat de kritiek die van Brigitte Quick (CD&V) op ons voorstel kwam, hout snijdt. Je kan inderdaad stellen dat we bij het opmaken van het bestek voor de hal het zwembadverhaal hadden moeten inbrengen in het dossier. We hebben later pas gezien dat het zwembad een stuk is van dezelfde puzzel, in plaats van een afzonderlijk verhaal. Maar het stuk lag wel eerst op de tafel van de meerderheid, in casu van de burgemeester, bij de opmaak van het sportbeleidsplan. Hij had toen ook al kunnen zien dat er een logisch verband is met het sporthaldossier. En verder : als de meerderheid zich regelmatig beroept op “voortschrijdend inzicht” om een verandering van mening toe te lichten, dan hebben wij ook dat recht als we niet van mening veranderen, maar een nieuw element zien waar voorheen ons oog niet op was gevallen.
Maar goed, “te laat is trop tard” zou je kunnen stellen. Alleen is dat niet zo. Het sporthaldossier is een kaartenhuis dat behoorlijk in de wind staat. De instorting ervan zou wellicht (en terecht) het Autonoom Gemeentebedrijf (AGB) zelf in zijn val meeslepen. Al te krampachtige pogingen om het overeind te houden en het zwalpende traject verder te zetten dreigen te leiden tot oplossingen die ofwel te duur zijn, ofwel niet de hal opleveren die Essen nodig heeft. Wat het dossier nodig heeft is de inbreng van een aantal bijkomende parameters, zoals het zwembad, die uitzicht geven op een grotere rendabiliteit zonder te beknibbelen op de minimale invulling van de hal, op de betaalbaarheid voor de sporters en op de keuze voor een publiek-private samenwerking (PPS).
Voor mij hoeft het AGB niet; ik zal desgevallend met plezier het voorstel mee ondertekenen om het te ontbinden wanneer het potentiële BTW-verschil niet meer opweegt tegen de kost die het meebrengt. Voor mij hoeft ook de hele PPS-constructie uiteindelijk niet. Alleen : als we op het einde van de rit de hal zetten die we zouden hebben gehad als we ongeveer tien jaar geleden met de Sint-Jozefsschool in de Maststraat in zee waren gegaan, aan een hogere prijs voor het gemeentebestuur, dan kunnen we niet anders dan vaststellen dat de sporters én de belastingbetalers bedrogen zijn. De huidige constructie is er gekomen om “snel te werken”, maar dat is uiteraard volledig door de feiten achterhaald. Als nu ook de degelijkheid eronder gaat lijden, dan is het einde wel zoek. En overigens is dan het zwembadprobleem óók niet opgelost.
Ik zou vanop de meerderheidsbanken het zwembadvoorstel, en zelfs de hernieuwde suggestie (in de eerste plaats van Philip Peeters) voor een zoektocht naar een alternatieve locatie voor de hal, met beide handen hebben aangegrepen. En ik hoop tenslotte voor Essen dat later zal blijken dat wij ongelijk hadden – ook als de vraag naar een zwembad voor Essen wel op de agenda zal staan.