Avec le vent de l’est, écoutez-le tenir
Ons land investeert niet genoeg in windenergie. Dat bleek gisteren uit een internationale vergelijking. Het is een goede gewoonte van politici alhier om dan op de boodschapper te gaan schieten : de cijfers kloppen niet, of moeten toch in perspectief worden geplaatst. Volgens onze eigen maatstaven doen we het zo slecht niet. Die reactie is redelijk belachelijk. Natuurlijk kan je voor elke statistiek een andere manier van berekenen bedenken waarbij het klassement verandert. Maar als een ernstige internationale instelling cijfers publiceert, dan zijn die meestal gebaseerd op afspraken over een uniforme manier van meten. Je kan die afspraken proberen te veranderen, maar dat lukt (terecht) vaak niet als het louter om een poging gaat om de realiteit te verhullen. En ondertussen hoor je in de eerste plaats te kijken naar de boodschap die de cijfers brengen.
In dit geval : België en Vlaanderen lopen achterop. Dat komt omdat er weinig plaats is voor windmolens, en omdat die voor hinder zorgen. Zo lees ik toch. Dat klopt natuurlijk voor een deel : het is hier zo vol gebouwd dat er niet veel meer bij kan. Maar ook op plaatsen waar het wel kan wordt te vaak geaarzeld en getalmd, geholpen door lange procedures waar bureaucraten lang tijd mee kunnen winnen. Omdat we in dit land nooit echt een keuze durven maken. Omdat we, in dit geval, niet voluit durven gaan voor windenergie én voor de “groene banen” die die sector kan opleveren.
Dat is het verhaal van Essen, waar het schepencollege (inclusief de sp.a) warm en koud blaast over de mogelijke inplanting van windmolens in het nochtans bij uitstek daarvoor geschikte industrieterrein Rijkmaker. Het is ongetwijfeld het verhaal van zoveel dergelijke kansen in Vlaanderen die onbenut blijven. Wind is hier nochtans genoeg, zoals Brel in Le Plat Pays al zong.
Ondertussen lopen Duitsland en Spanje ons in een razendsnel tempo voorbij (Don Quichote draait zich ongetwijfeld om in zijn graf). Als er de autosector banen naar één van die landen verdwijnen, ontketent dat een storm. Voor die automobielsector moet zelfs het gezonde economisch verstand van Kris Peeters wijken en wordt van staatssteun in de beste traditie van Cockerill Sambre gesproken (want wat we zelf doen, doen we beter). Hier ligt een zinvolle investeringskans, goed voor economie en ecologie. Waar blijft de Vlaamse regering nu ? En waarom komen de vakbonden niet op straat vóór de windmolens ?