Pump and circumstance
Dankzij de handige opnamefunctie van de digitale televisie heb ik gisteren met enkele uurtjes uitstel de eedaflegging van de 44e president van de V.S. kunnen bekijken. Een historische gebeurtenis, en dat vonden ook de miljoenen Amerikanen die er uren in de vrieskou voor over hadden om erbij te zijn. De V.S. maakt dan ook elke vier jaar een heel spektakel van de inhuldiging van zijn staatshoofd, met uitgebreide verwijzingen naar de historische achtergrond, om zo de continuïteit van de democratische instellingen te benadrukken.
Je kan het allemaal wat overdreven vinden, en er zit heel wat kitsch in. Je kan het ook allemaal vreemd vinden, zoals de zeer sterke religieuze component. Maar op zich vind ik het wel gezond om het belang van de instituties, los van degenen die ze invullen, te benadrukken. Niet dat Obama het nodig heeft, maar toen zijn voorganger verkozen werd in 2000 en 2004 was het zeer zinvol om duidelijk te maken dat de zeer onvolmaakte mens George W. Bush, die in de campagne door zijn tegenstander door het slijk was gehaald en met minder stemmen eindigde, de enige wettelijke president van de V.S. was en dat ook wie de mens zelf niet respecteerde toch respect diende op te brengen voor zijn ambt. Andere democratieën hebben op een al dan niet soortgelijke manier rituelen en tradities ontwikkeld om af en toe te verhelderen dat de mens-politicus die met tal van gebreken (door zijn concullega’s dik in de verf gezet) op een bepaald ogenblik de Democratie vertegenwoordigt. Dat gaat van de Queen’s speech in het Verenigd Koninkrijk waar de premier (én de oppositieleider) op de eerste rij staan tot Prinsjesdag in Nederland waar de minister van financiën het blauwe koffertje draagt. Om van de Franse grandeur rond het presidentsschap nog te zwijgen.
Misschien ontbreekt het bij ons toch wat. De “doe maar gewoon”-mentaliteit is op zich natuurlijk gezond, maar soms wordt de waarde van de instellingen op zich er door gebanaliseerd. Kris Peeters werd Minister-President in een bijna doordeweekse stemming in het Vlaams Parlement en door een eed te gaan afleggen bij de Koning. Los van dit vreemde anachronisme (de Koning speelt voor het overige geen rol in de “Vlaamse staatsordening”) vind ik het al bij al wat mager. Ik pleit niet voor de aanschaf van een gouden koets of iets dergelijks, maar Vlaanderen en Brussel hebben genoeg historische locaties om een soort van “inauguratierede” wat allure te geven. Uiteindelijk zou dat het draagvlak van de democratie volgens mij kunnen vergroten. En het zou er een beetje toe bijdragen dat meisjes en jongens van een jaar of tien zouden denken “ooit wordt ik minister-president / premier”.