Slag van de hamer
Ik denk dat het in de gemeentepolitiek een herkenbaar verhaal moet zijn…
Een kleine tot middelgrote partij doet het niet zo slecht bij de verkiezingen, en wordt voor het eerst in haar bestaan door de “klassieke” machtspartij in de gemeente uitgenodigd om aan de meerderheid deel te nemen. Met die machtspartij blijkt ook wel te praten : ze hebben “de les begrepen” en zijn veranderd. Het zal niet meer zoals vroeger gaan. En in het bestuursakkoord wordt vlot plaats gemaakt voor enkele van je dada’s. Eden worden afgelegd, en het werk kan beginnen. Je kan als kleine partner je geluk niet op.
Maar na zo’n jaar of twee à drie duikt de kater op. Je voelt je stilaan geplet tussen hamer en aambeeld. Het aambeeld, dat is de grote partner. Die blijkt veel minder veranderd dan ze eerst lieten uitschijnen. Er wordt veel oude wijn geschonken, soms in nieuwe maar vaak ook gewoon in oude zakken. De machtspartij trekt aan veel touwtjes die je niet eens wist hangen en slaagt er sluw in om (niet openlijk) elke andere koers die je één of ander domein wil varen af te remmen of te dwarsbomen. Voor elk klein succesje moet je kei- en keihard vechten, terwijl er ondertussen achter je rug vijf andere dossiers door je strot worden geduwd – je kan ook niet alles weten of zien. Het bestuursakkoord blijkt lang niet waterdicht geformuleerd, en als het dat wel is dan “moet het aan de omstandigheden worden aangepast” -al verloopt dat nooit in jouw voordeel- of wordt het gewoon niet te goeder trouw uitgelegd of uitgevoerd.
Een beetje “speelplaats” wordt je natuurlijk wel gegund, op enkele terreinen mag je je eigen gangetje gaan. Maar in het grote toneelstuk is alleen een bijrol weggelegd, en het stuk blijkt sterk te lijken op datgene waar je vroeger zelf “boe” naartoe hebt geroepen. Ongemerkt is echter je perspectief ook veranderd : de echte politieke discussie speelt zich af in het college of andere vormen van meerderheidsoverleg, daar moet je heel hard werken. De gemeenteraad is er dan wat te veel aan, dus vind je het wel handig dat je minstens daar de grote partner de kastanjes uit het vuur kan laten halen. En die draait er al van oudsher de hand niet voor om om vandaag neen te stemmen en morgen ja te zeggen, of vandaag wit goed te keuren en morgen zwart te doen. Ongelooflijk vond je dat toen je in de oppositie zat, en eigenlijk vind je dat nog steeds. Maar je kan niet alles tegelijk oplossen, toch ?
De hamer, dat zijn de partijen die nu in de oppositie zitten. Begrijpen die dan niet dat je héél hard je best doet om in moeilijke omstandigheden toch zaken te veranderen ? Zien die niet dat het zonder jou nog veel erger zou zijn ? Snappen ze niet dat je hun (goede) voorstellen soms wel moet mee wegstemmen om toch nog iets gedaan te krijgen binnen de meerderheid ? Doet het hen echt niets dat je binnen je eigen bevoegdheid wel hier en daar een verschil hebt kunnen maken ? Vinden ze het dan niet moedig dat je sommige knopen echt wel grondig hebt doorgehakt ? Ach, ze hebben zo gemakkelijk praten. In de oppositie hebben ze geen last van aanslepende procedures en moeten ze geen rekening houden met het ambtenarenkorps. Ze moeten de machtspartij en de bijhorendde eeuwigbesturende mandarijnen niet elke dag opnieuw proberen te overtuigen (en ondertussen scherp in de gaten houden), hen gewoon aanklagen is al genoeg. Terwijl jij je verantwoordelijkheid neemt, nemen zij je onder vuur – alsof je één en ondeelbaar bent met je coalitiepartner. Ze moeten toch ook weten dat je uiteindelijk vaak voor dezelfde ideeën als zij staat ? Je voelt je onbegrepen, al zie je ook wel in dat je er vroeger net hetzelfde tegenaan keek.
Natuurlijk ben je boos, op zowel de hamer als het aambeeld. Maar met dat aambeeld moet je noodgedwongen nog lang verder, en je vreest dat je boosheid ertoe zal leiden dat ze morgen nog onhandelbaarder worden. Dus richt je je woede maar op de oppositie. Waardoor je helemaal achter de rug van je de coalitiepartner kruipt. Zodat de hamer nog harder gaat kloppen…
Gaat dit over Essen vandaag ? Neen. Of toch zeker niet helemaal.
Vooralsnog.