Totdat de bom valt
Dat Frankrijk dit halfjaar de Europese Unie voorzit, zal wel niemand zijn ontgaan die de actualiteit een beetje volgt : president Sarkozy is hyperactief en “dankt” aan de economische crisis een ideaal forum daarvoor. Maar het Franse voorzitterschap werkte op alle niveaus een druk programma uit, en ondermeer daardoor zat ik de voorbije anderhalve maand drie keer in Parijs. De Thalys maakt de Franse hoofdstad vrij eenvoudig bereikbaar, al kruipt een tripje Châtelet-Essen (met tussenstop in het hotel waar mijn bagage achterbleef) via Metro 14 + RER D + Thalys + IR N nu ook niet meteen in de kleren. Maar een mens moet er iets voor over hebben. De drie trips hebben me overigens enkele stukjes Parijs leren kennen waar ik nog geen weet van had, waarbij het Musée du Quay Branly op het lijstje van “nog eens rustig terug te bezoeken” is geplaatst. Maar ik was er natuurlijk in de eerste plaats om te werken. Vrij intensief trouwens, al was het vandaag wat minder.
Dat lag niet aan mij, en zelfs niet aan de Franse organisatoren. Aan wie dan wel ? Aan een anoniemeling, wellicht. Die deze voormiddag naar het gebouw belde waar de Franse ministeries van begroting, openbaar ambt, werkgelegenheid, industrie en economische zaken zijn gehuisvest. Om te melden dat er een bom lag. Zodat ik de eer heb gehad deel te nemen aan de evacuatie van dat megagebouw. De Franse ambtenaar waarmee mijn collega en ik aan de praat raakten bij het buitengaan vond het niet eens slecht nieuws : bij bomalarm mag iedereen blijkbaar naar huis… Maar voor buitenlandse conferentiebezoekers was dat natuurlijk niet meteen een optie. Zodat we met twee Poolse en twee Nederlandse collega’s een Parijse koffie zijn gaan drinken, nadat we begrepen hadden dat de pauze wel een tijdje kon duren. Eén van de Poolsen vertelde dat er bij hen ooit instructies waren gegeven omtrent “wat te doen bij bommelding”. De naam vragen van de would-be terrorist bleek er één van, en bovendien bleek ook het type bom van belang. Doorverbinden en vragen om “even aan het toestel te blijven” hoefde dan weer niet… De Nederlanders veronderstelden dat ze bij hen wellicht naar het sociale zekerheidsnummer zouden moeten informeren. Bij ons zou de eerste vraag wellicht zijn volgens welke taalrol men het gebouw wenste op te blazen (en of men daarvoor een sloopvergunning had aangevraagd).
Na meer dan een uur werd het alarm opgeheven, en een minuutje of tien later hadden wij dat ook door. Waarna de conferentie de zes nog voorziene sprekers alsnog aan het woord liet én bijna op tijd eindigde. Zodat ons waarschijnlijk een hele hoop overbodige uitweidingen zijn bespaard. Toch heeft het iets surreëels om een gebouw terug binnen te wandelen dat na een uurtje zoeken “bomvrij” is verklaard. Stel dat… Maar dan had u het wellicht wél in het nieuws vernomen. Dat u het ook hier had kunnen lezen, is dan weer heel wat minder zeker !