Oef ?
Op 1 juni nam ik in de luchthaven van Genève een vlucht terug naar België. Terwijl ik op de typische ijzeren zitjes de check-in zat af te wachten, werden de zitjes recht tegenover mij bezet door een groepje jonge mensen met sporttassen onder de armen, iPods in de oren of PlayStations in de handen – maar de batterij van één daarvan bleek leeg. Ik vermoedde dat ik hen moest kennen, maar waarvan ook alweer ? In Brussel merkte ik op het label van één van de tassen de naam “Eline Berings” op. Ook dat heb ik nog even moeten opzoeken : hordenloopster, zo bleek. Waarna ik één van de anderen post factum als Hanna Mariën herkende.
Er was dus in Genève niet alleen een ILO-conferentie geweest dat weekend, maar ook een atletiekmeeting. Geen Kim Gevaert en Elodie Ouedraogo, anders zou ik hen wel op het eerste gezicht geïdentificeerd hebben. Toch verwijt ik het mezelf een beetje dat ik Mariën niet dadelijk herkende. Als verzachtende omstandigheid roep ik in dat het in de kwisploeg van ESAK heel weinig zin heeft dat ík mij op de atletiekvragen toeleg.
Met Olympisch zilver om de hals zou ik natuurlijk iets sneller de juiste naam op Hanna Mariën hebben geplakt. Samen met Kim, Elodie en Olivia Borlée hebben ze zonet waargemaakt wat nog niet zo lang geleden onmogelijk werd gehouden : een medaille in de atletiek, en dan nog wel in de aflossing. Waarmee de sympathiekste Olympiërs van dit land vooralsnog ook de meest succesvolle zijn gebleken.
Zodat België eindelijk ook de medaillestand binnenkomt – waar veel mensen zich stilaan blind op aan het staren waren. Eigenlijk is het vooral pech dat het verschil heeft gemaakt tussen net niet (van Maeyens, Keise/De Ketele…) en net wel. Bovendien : er is zoveel moois te zien op de spelen dat het gezeur over Belgische medailles bij mij de vraag oproept of ze bij de pers de zin voor perspectief verloren zijn. De prestaties van Michael Phelps of Usain Bolt bijvoorbeeld verdienen veel méér persaandacht dan gejammer over de nipt gemiste kansen van de Belgen.
Het heeft volgens mij bijzonder weinig zin om net nu over het “sportbeleid” te gaan discussiëren. Daar zal wel vanalles mee mis zijn. Tot op het gemeenteniveau toe, want in Essen nemen de meerderheidspartijen zelfs sportbeslissingen die ongrondwettig worden verklaard door de gouverneur… Maar het sportbeleid is niet de onmiddellijke oorzaak van de onverwachte ippon die Van Tichelt (Dirk, niet Gaston) van brons hield. Dat beleid zou dus ook niet plots beter zijn geweest als hij die medaille wel had gehaald. Dus ergert het me vreselijk dat er nu tijd wordt gestoken in een discussie die op een ander moment perfect óók kan (en wellicht moet) worden gevoerd.
Ondertussen heb ik vooral geprobeerd af en toe te genieten van deze Spelen. Het mooie eraan is dat je een heel breed gamma aan sporten kan bekijken, ’s avonds zappend op tv, en dat blijkt dat ook een wedstrijd in het kayakken, het lange afstandszwemmen of het schermen boeiende topsport kan zijn. Hoeveel Vlaamse potentiële toppers in die sporten zouden trouwens nu middelmatige voetballers of wielrenners zijn ?
Toch geef ik het toe : ik heb maar voor één wedstrijd de televisie bewust op tijd ingeschakeld, en dat was voor deze finale van de 4x100m. En niet alleen omdat er een voormalig medevliegtuigpassagier op de baan stond…