Frietje oorlog
Ik heb van het schepencollege een antwoord gekregen op mijn brief in verband met de frituur in Heikant. Al is lengte naar verluidt nooit een garantie voor kwaliteit, uit een jarenlange correspondentie met Heuvelplein 23 heb ik wel geleerd dat een zeer kort antwoord vaak een poging is om rond het probleem heen te fietsen. Dat stel ik hier vooral vast in het eerste deel van het antwoord, en daar ga ik dus opnieuw voor schrijven. Een reglement dat van toepassing is, waaraan een vergunning werd getoetst die er toch niet helemaal mee verzoenbaar is en dat ook voorbijgestreefd is door nieuwe reglementen lijkt me nu niet meteen een toonbeeld van “goed bestuur”. Ik vraag me ook af of er nog van dat soort reglementen bestaan.
Wat het zwerfvuil betreft blijft het antwoord van het college binnen de eigen bevoegdheden. Het wordt tijd dat er werk wordt gemaakt van gemeentelijke administratieve sancties, om zo ook echt te kunnen optreden tegen sluikstorters. Lang niet alleen aan frituren, overigens ! Ik ga een “stand van zaken” op dat vlak op de commissie bestuurszaken agenderen.
Het lange antwoord op mijn vraag naar bemiddeling lijkt me vrij volledig en doordacht, al ben ik het niet helemaal eens met de finale conclusie : de gemeente moet wat mij betreft zelf wel meewerken aan een initiatief op dit vlak, net omdat het bestuur in dit soort gevallen altijd een flankerende rol kan spelen (een conflict tussen jongeren en ouderen over het gebruik van een zitbank kan misschien opgelost worden doordat de gemeente een bijkomende bank plaatst). Maar het klopt wel dat dit in dit geval alleen zin heeft als de buurt de nadruk legt op het probleem van de overlast en de verwijdering van de frituur niet als een soort voorafgaande voorwaarde zou zien. En dat lijkt mij, zoals het college, op dit ogenblik (nog ?) niet het geval.