Archief van
Maand: augustus 2008

(On)voorstelbaar

(On)voorstelbaar

Gemeenteraad in de week van de Ronde van Essen : het zou verboden moeten worden. Nochtans was de raad wel boeiend. Vooral omwille van de aanzet tot “dualisme” die er instak. Dat dualisme is vooral bekend uit het Nederlandse politieke systeem : er wordt een sterker onderscheid gemaakt tussen de uitvoerende bevoegdheid (regering, college…) en de regelgevende en controlerende bevoegdheid (parlement, gemeenteraad…). Zo kan het in Nederland perfect dat een meerderheidspartij in de gemeenteraad een ander standpunt inneemt dan het college, zonder dat dit tot een crisis leidt : de uitvoerende macht, of het nu om premier Balkenende gaat of om de wethouder ergens in de provincie, moet telkens opnieuw de verkozenen overtuigen van de waarde van zijn voorstel. Een Nederlands wethouder neemt ook ontslag uit de gemeenteraad, zoals bij ons ook ministers het parlement verlaten. Maar het is vooral een kwestie van politieke cultuur : de gemeenteraad of het parlement is het hoogste orgaan en laat zich niet de les spellen door ministers of wethouders. Zo zal een Nederlands minister die de vragen van een parlementslid niet ernstig neemt het ook in eigen rangen snel verkorven hebben. Terwijl hier een parlementslid uit de meerderheid dat moeilijke vragen stelt geen al te lange carrière in het vooruitzicht heeft…

Wat heeft dat verhaaltje te maken met de Essense gemeenteraad ? Op de agenda van de raad stonden zeven voorstellen die niet door het college werden ingediend, maar door de raadsleden zelf. Eentje ervan was “fake” : het college was de agendering eigenlijk gewoon vergeten. De zes andere werden kwamen vanuit vijf verschillende fracties; twee ervan brachten twee verschillende fracties samen, en eentje doorbrak ook de grens tussen meerderheid en oppositie. Twee voorstellen van meerderheidspartij CD&V werden niet klakkeloos aangenomen, ook al omdat het college er nog enkele bedenkingen bij had. En het kwam niet tot een stemming over het sp.a/Groen!-voorstel, maar zoals het er lag had het wellicht geen meerderheid gevonden. Twee van onze voorstellen werden wel aanvaard, het voorstel dat we samen met Open Vld indienden haalde het in een wat geamputeerde versie. Een boeiende ontwikkeling.

Echt dualisme is dit nog lang niet. Het is immers duidelijk dat het nieuwe evenwicht nog niet helemaal is gevonden. Het college lijkt nog lang niet echt klaar om besluiten uit te voeren waar het zelf niet mee akkoord gaat, en de meerderheidspartijen lijken me vooralsnog ook niet bereid om die uitvoering mee af te dwingen. Bovendien is een echte discussie binnen de raad over collegevoorstellen nog niet vaak aan de orde : het debat gaat tussen de burgemeester, soms de andere collegeleden, en de oppositiepartijen. De uitkomst is bovendien vaak zeer voorspelbaar, tenzij de meerderheidsbanken niet volzet zijn. Eén zwaluw, zeker in augustus, maakt dus bijlange na nog geen lente. Maar hoop doet wel leven.

Eenzame hoogte

Eenzame hoogte

Tijdens het snijden van de groenten en het bereiden van slaatjes voor de jaarlijkse barbecue van de oud-KSJ-leiding draaide ik de radio van Donna naar Radio 1 om daarmee het slot van de atletiekcompetitie te volgen. Op dat ogenblik waren er nog vier atletes in de running. Het eerste wat me te binnen schoot was : “Toch geen vierde plaats, zeker.” Maar Tia Hellebaut bewees dat ze een onwaarschijnlijk “competitiebeest” is en versloeg de onklopbare Blanka Vlasic (mocht ze dat nodig vinden, wil ik haar daarvoor wel troosten…). Waarmee ze één van de allergrootste Vlaamse sportprestaties aller tijden heeft neergezet : Olympisch goud in de atletiek. Géén “kleine” sport, geen toevalstreffer, geen afwezige concurrenten, … Gewoon schitterend. Tijdens het hoogspringen zetten ook de mannen van de 4x400m een heel sterke prestatie neer. Het atletiek heeft in dit land zeker toekomst. Misschien een argument om in het verhaal van de modderpiste in het Essense Sportpark voor de gedurfde keuzes te gaan.

Daarmee sluiten de Olympische Spelen. Wat je ook van het Chinese regime denkt, het land heeft zich op een ongelooflijke schitterende manier aan de wereld gepresenteerd. De openings- en sluitingsceremonie zijn volgens mij nooit meer te overtreffen, infrastructuur zoals de Water Cube en het Vogelnest maakte een prachtige indruk, de organisatie bleek absoluut perfect. Ik hoop dat het land er het zelfvertrouwen aan over houdt om ook intern wat meer open en vriendelijk te worden.

Nu staan onze eigen jaarlijkse “Spelen” voor de deur, de Ronde van Essen. De tegenstelling kan wellicht niet groter zijn. Zo is deelnemen bij ons écht belangrijker dan winnen. En het enige record dat we kennen is dat van het aantal deelnemers. Dat staat op naam van de Ronde van 1994 en bedraagt 321. Een zeer scherp record, maar zo zijn er de voorbije weken nog gesneuveld…

Oef ?

Oef ?

Op 1 juni nam ik in de luchthaven van Genève een vlucht terug naar België. Terwijl ik op de typische ijzeren zitjes de check-in zat af te wachten, werden de zitjes recht tegenover mij bezet door een groepje jonge mensen met sporttassen onder de armen, iPods in de oren of PlayStations in de handen – maar de batterij van één daarvan bleek leeg. Ik vermoedde dat ik hen moest kennen, maar waarvan ook alweer ? In Brussel merkte ik op het label van één van de tassen de naam “Eline Berings” op. Ook dat heb ik nog even moeten opzoeken : hordenloopster, zo bleek. Waarna ik één van de anderen post factum als Hanna Mariën herkende.

Er was dus in Genève niet alleen een ILO-conferentie geweest dat weekend, maar ook een atletiekmeeting. Geen Kim Gevaert en Elodie Ouedraogo, anders zou ik hen wel op het eerste gezicht geïdentificeerd hebben. Toch verwijt ik het mezelf een beetje dat ik Mariën niet dadelijk herkende. Als verzachtende omstandigheid roep ik in dat het in de kwisploeg van ESAK heel weinig zin heeft dat ík mij op de atletiekvragen toeleg.

Met Olympisch zilver om de hals zou ik natuurlijk iets sneller de juiste naam op Hanna Mariën hebben geplakt. Samen met Kim, Elodie en Olivia Borlée hebben ze zonet waargemaakt wat nog niet zo lang geleden onmogelijk werd gehouden : een medaille in de atletiek, en dan nog wel in de aflossing. Waarmee de sympathiekste Olympiërs van dit land vooralsnog ook de meest succesvolle zijn gebleken.

Zodat België eindelijk ook de medaillestand binnenkomt – waar veel mensen zich stilaan blind op aan het staren waren. Eigenlijk is het vooral pech dat het verschil heeft gemaakt tussen net niet (van Maeyens, Keise/De Ketele…) en net wel. Bovendien : er is zoveel moois te zien op de spelen dat het gezeur over Belgische medailles bij mij de vraag oproept of ze bij de pers de zin voor perspectief verloren zijn. De prestaties van Michael Phelps of Usain Bolt bijvoorbeeld verdienen veel méér persaandacht dan gejammer over de nipt gemiste kansen van de Belgen.

Het heeft volgens mij bijzonder weinig zin om net nu over het “sportbeleid” te gaan discussiëren. Daar zal wel vanalles mee mis zijn. Tot op het gemeenteniveau toe, want in Essen nemen de meerderheidspartijen zelfs sportbeslissingen die ongrondwettig worden verklaard door de gouverneur… Maar het sportbeleid is niet de onmiddellijke oorzaak van de onverwachte ippon die Van Tichelt (Dirk, niet Gaston) van brons hield. Dat beleid zou dus ook niet plots beter zijn geweest als hij die medaille wel had gehaald. Dus ergert het me vreselijk dat er nu tijd wordt gestoken in een discussie die op een ander moment perfect óók kan (en wellicht moet) worden gevoerd.

Ondertussen heb ik vooral geprobeerd af en toe te genieten van deze Spelen. Het mooie eraan is dat je een heel breed gamma aan sporten kan bekijken, ’s avonds zappend op tv, en dat blijkt dat ook een wedstrijd in het kayakken, het lange afstandszwemmen of het schermen boeiende topsport kan zijn. Hoeveel Vlaamse potentiële toppers in die sporten zouden trouwens nu middelmatige voetballers of wielrenners zijn ?

Toch geef ik het toe : ik heb maar voor één wedstrijd de televisie bewust op tijd ingeschakeld, en dat was voor deze finale van de 4x100m. En niet alleen omdat er een voormalig medevliegtuigpassagier op de baan stond…

Sterke Jan

Sterke Jan

Na een korte ziekte is OCMW-raadslid Jan Goosen overleden. Jan was tien jaar lang lid van het Vast Bureau van het OCMW. Hij was ook plaatsvervangend voorzitter, maar vooral de duivel-doet-al met een enorme werkkracht. Jan was één van de sterkste uitvoerende mandatarissen die ik in onze gemeente aan het werk heb gezien. Met een groot hart voor het OCMW en voor de mensen die er beroep op doen. Soms was hij wat eigenwijs en lichtgeraakt, maar daarmee is hij in de politiek lang niet de enige. Jan wist dat ik hem waardeerde. Dat heb ik, hier en elders, ook geschreven, en niet alleen tussen de regels. Bovendien heb ik bij de enige verkiezing van een OCMW-voorzitter waaraan ik heb deelgenomen voor hem gestemd. Daar ben ik nog steeds blij om; niet omdat degene die het haalde geen goed OCMW-voorzitter zou zijn, maar omdat Jan die titel in elk geval zou hebben verdiend.

Het project dat hem het meest na aan het hart lag, was “Residentie Mastbos”, de serviceflats in de Maststraat. Die waren zijn geesteskind, zijn levenswerk misschien wel. Hij had er zelf ooit moeten kunnen wonen, binnen een jaar of twintig. Nu, echt weg zal hij in de flats in elk geval nooit zijn.

Ook binnen CD&V was zijn inzet en zijn werkkracht groot, vooral in tijden van verkiezingscampagnes. De democratie werkt dankzij mensen zoals hij – en hij geloofde in politiek, al had hij er ook de donkere kanten aan de Brusselse top van gezien. Het niet zo goede resultaat van de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 woog op hem, maar alleszins tegenover mij zocht hij de oorzaak daarvoor niet bij allerlei externe excuses. Hij stond vierkant voor zijn partij, en wist dat tegelijk ook te relativeren.

Aan hem verliest het OCMW, en de Essense politiek in het algemeen, veel meer dan de “buitenwacht” wellicht vermoedt – en zijn snelle heengaan maakt dat het verlies pas na een tijd zal doordringen.

Frietje oorlog

Frietje oorlog

Ik heb van het schepencollege een antwoord gekregen op mijn brief in verband met de frituur in Heikant. Al is lengte naar verluidt nooit een garantie voor kwaliteit, uit een jarenlange correspondentie met Heuvelplein 23 heb ik wel geleerd dat een zeer kort antwoord vaak een poging is om rond het probleem heen te fietsen. Dat stel ik hier vooral vast in het eerste deel van het antwoord, en daar ga ik dus opnieuw voor schrijven. Een reglement dat van toepassing is, waaraan een vergunning werd getoetst die er toch niet helemaal mee verzoenbaar is en dat ook voorbijgestreefd is door nieuwe reglementen lijkt me nu niet meteen een toonbeeld van “goed bestuur”. Ik vraag me ook af of er nog van dat soort reglementen bestaan.

Wat het zwerfvuil betreft blijft het antwoord van het college binnen de eigen bevoegdheden. Het wordt tijd dat er werk wordt gemaakt van gemeentelijke administratieve sancties, om zo ook echt te kunnen optreden tegen sluikstorters. Lang niet alleen aan frituren, overigens ! Ik ga een “stand van zaken” op dat vlak op de commissie bestuurszaken agenderen.

Het lange antwoord op mijn vraag naar bemiddeling lijkt me vrij volledig en doordacht, al ben ik het niet helemaal eens met de finale conclusie : de gemeente moet wat mij betreft zelf wel meewerken aan een initiatief op dit vlak, net omdat het bestuur in dit soort gevallen altijd een flankerende rol kan spelen (een conflict tussen jongeren en ouderen over het gebruik van een zitbank kan misschien opgelost worden doordat de gemeente een bijkomende bank plaatst). Maar het klopt wel dat dit in dit geval alleen zin heeft als de buurt de nadruk legt op het probleem van de overlast en de verwijdering van de frituur niet als een soort voorafgaande voorwaarde zou zien. En dat lijkt mij, zoals het college, op dit ogenblik (nog ?) niet het geval.

De Spelen van de XXIXe Olympiade

De Spelen van de XXIXe Olympiade

De Olympische Spelen zijn begonnen, en er is nauwelijks aan te ontsnappen. Ik probeer het ook niet, en stel vast dat ze bij mij dezelfde fascinatie oproepen als bij zoveel mensen. Wedstrijden in sporten waarvan je nog niet zou overwegen om ze te bekijken, boeien nu plots wel. Een finale in het schoonspringen blijkt spannend te kunnen zijn, net zoals een judokamp of het dameswielrennen. De grote sterkte van de Olympische Spelen is volgens mij dat ze de garantie bieden op het allerbeste uit elke sporttak. Het is moeilijk om de waarde van een tennistoernooi te vergelijken met een wielerklassieker, of die van een voetbalwedstrijd met een beachvolleybaltoernooi. Ook op de Spelen is een overwinning natuurlijk niet in élke sport even waardevol, maar dichter daarbij kan je niet komen : goud is goud. Ideaal zou zijn dat ook in de verslaggeving elke sport even veel aandacht zou krijgen, maar dat zit er wellicht toch niet in.

Als ik de pers moet geloven, is de enige echt belangrijke vraag : “Wat gaan de Belgen doen ?” Ik vind dat wat overdreven : het kunnen prachtige Spelen worden zonder één Belgische medaille, en het gaat er wat mij betreft om dat de sterkste sporters de medaille omgehangen krijgen. Als dat Belgen zijn, dan is dat mooi. Natuurlijk hoop ik dat ze het goed doen, de Kalmthoutse zwemster Elise Matthysen bijvoorbeeld. Of het hockeyteam, waar ik veel respect voor heb. En de atletiekdames, natuurlijk.

Tenslotte : eigenlijk hadden de spelen niet aan China mogen worden toegewezen, wat mij betreft. Ze horen thuis in een vrij land. Maar ik moet wel toegeven dat de Chinezen het allemaal op een indrukwekkende manier aanpakken. Stadions, omkadering, … : het ziet er allemaal schitterend uit. Het ziet er nu al naar uit dat op dat vlak “Beijing 2008” overtreffen niet zo eenvoudig wordt. Herinnert iemand zich nog dat de Vlaamse regering ze naar hier wilde halen, de Spelen ? Ik zie Kris Peeters dat voornemen om “Antwerpen 1920” over te doen dezer dagen nog niet herhalen. Vlaanderen houdt het op “Brussel-Halle-Vilvoorde 2009”, en zelfs daar ligt goud niet voor het grijpen.