Wat is er van de sport ?
De Essense Sportraad heeft de goede gewoonte om elk jaar de verdienstelijke sportfiguren in het zonnetje te zetten. Wie kampioen wordt in één of andere discipline krijgt een trofee en een oorkonde. Daarbij wordt er geen poging ondernomen om een soort rangschikking te maken. Gelukkig maar, want sporten onderling vergelijken is niet eenvoudig. Natuurlijk krijgen de prestaties van bekende veldrijders in de pers meer aandacht dan de miniemen van Excelsior Essen, maar dat zegt maar weinig over hun relatieve prestaties. Ik vermoed dat ze hun titel alvast minstens even uitbundig zullen gevierd hebben dan (Tsjechisch Essenaar) Zdeněk Štybar met zijn overwinningen heeft gedaan.
Toch ga ik er eentje uit het rijtje uitpikken. Voor mij de meest sympathieke prestatie was die van Gino Meier, die zich in twee “Special Olympics”-disciplines tot Belgisch kampioen kroonde. Alleen al omdat hij even op het podium mocht, is dit soort viering zinvol. Al zou het geheel in mijn ogen misschien wat flitsender mogen, met bijvoorbeeld een videomontage van de verschillende prestaties (in deze tijden van digitale camera’s zou dat toch geen probleem mogen zijn).
Van de toespraak van onze burgemeester herinner ik me niets. Dat pleit voor hem, want op dit soort gelegenheden is een burgemeester nu eenmaal vooral een noodzakelijk decorstuk. Laat ik het dus maar houden op de wijze woorden van zijn collega die het dorp van Samson en Gert bestuurt : “Aan allen die gewonnen hebben : proficiat. Een aan allen die niet gewonnen hebben : ook proficiat.”