Zoals de klusser beschikt ook de politicus over een instrumentenkist. Daarin zitten geen hamers en schroevendraaiers, maar wel allerlei procedures en mogelijkheden om via de publieke opinie te proberen om het beleid bij te sturen. Welke instrumenten erin zitten, hangt af van je mandaat en van de politieke situatie. Ermee omgaan is iets dat je moet leren, net zoals een hamer al wat handiger om te hanteren is dan de kettingzaag, zelfs als beiden in het kistje zitten.
Het is eigen aan de politieke instrumentenkist dat niet iedereen alle mogelijke gereedschappen heeft gekregen (als dat wel zo is, noemen we dat een dictatuur). Zo kan een parlementslid voorstellen indienen en vragen stellen, maar geen koninklijke besluiten uitvaardigen. Een minister kan dan weer niet zomaar op zijn eentje een Europese richtlijn veranderen. Daarvoor kan alleen een Eurocommissaris het initiatief nemen. Als de minister vindt dat een richtlijn veranderd moet worden, kan hij proberen daarmee naar de pers te stappen. Maar als het een beetje technisch wordt, dan haakt Het Laatste Nieuws wellicht al snel af. En overigens, bij de Commissie lezen ze eerder The Financial Times. Probeer dáár maar eens in te raken… Minister zijn is dus vaak een beetje frustrerend. Maar dat hoort bij een democratie.
Op het lokale niveau is het net zo. Een oppositieraadslid heeft heel wat mogelijkheden. Je kan vragen stellen waarop het schepencollege moet antwoorden (per brief of mondeling), je kan allerlei dossiers inkijken, voorstellen indienen en tussenkomen op de gemeenteraad of in een commissie. Je kan eventueel een klacht indienen bij de gouverneur of de minister. Maar je kan natuurlijk ook gesprekken voeren met mensen binnen en buiten de politiek. Je kan persberichten maken, petities starten, een website opzetten…
Anderzijds kan je niet rechtstreeks een punt in het schepencollege aanbrengen, want daar zit je niet bij. Besluiten over een bouwvergunning bijvoorbeeld kan je niet echt mee sturen. Je kan er niet veel aan doen als je voorstel door de meerderheid wordt weggestemd. Je kan vaak ook alleen maar vaststellen dat sommige persberichten niet in de krant komen, of dat een nochtans heel terechte vraag in dovemansoren valt. Het komt er voortdurend op aan om met de instrumenten die je hebt het maximale resultaat te bereiken.
Elk probleem vraagt om een verschillende aanpak, en sommige zijn ook eenvoudiger aan te pakken dan andere vanuit de oppositie. Iets onder de aandacht brengen, op de agenda zetten, is vaak redelijk eenvoudig. Eerder “technische” onderdelen van een besluit bijsturen is ook niet zo lastig. Om mee een visie uitzetten voor iets dat op wat langere termijn moet worden aangepakt, is er vaak meer ruimte dan je ook zelf zou denken. Een latent slecht beleid (de forfaitaire huisvuilbelasting zoals die tot voor enkele jaren bestond) kan je langzaam ondergraven in de hoop dat het bouwwerkje ooit instort. Een beslissing die men niet wil nemen kan je blijven onder de aandacht brengen (de sportvloer, bijvoorbeeld, maar ook de komst van windmolens in De Rijkmaker) totdat men door de knieën gaat.
Veel moeilijker is het ombuigen van een duidelijk voornemen, zoals de bouw van een sporthal in het Sportpark. Zelfs een goed onderbouwd en gedocumenteerd alternatief is dan meestal niet voldoende. Quasi onmogelijk wordt het wanneer het resultaat van dat soort voornemen dan ook juridisch vaststaat. Helemaal ondoenbaar, als het al wenselijk is, is het terugdraaien van de fysische realiteit : de heraanleg van het Heuvelplein is een slechte zaak geweest, maar het lijkt me niet zinvol energie te steken in een poging om het opnieuw uit te breken. De weekendzone was destijds beter bos gebleven, maar met die vaststelling kan je nu geen kant meer uit.
Sommige gereedschappen zitten niet in de kist, en een boom omhakken met een nijptang kost ontzettend veel tijd en verloren energie. Andere instrumenten hebben een terugslag : het is erg lastig om uit te leggen dat je vóór goedkope woningen bent maar toch tégen bepaalde appartementsgebouwen. Anderen kunnen dat heel gemakkelijk uitleggen alsof je tegen betaalbaar wonen bent. Voor je eraan begint, denk je dus best even na of je niet op je eigen vingers gaat slaan. Niet omwille van de pijn op zich. Maar als je in het gips zit, kan je helemaal niets meer.
Dat is niet altijd gemakkelijk om uit te leggen aan de burger-kiezer. Je kan als gemeenteraadslid heel hard pleiten om een bepaald verkeersbord te verplaatsen, maar als uiteindelijk het schepencollege beslist om dat niet te doen, dan kan je het niet uitgraven. De kans op een persartikel over dat ene bord is niet zo groot : voor de krant is het (wellicht volkomen terecht) geen prioriteit. Een petitie haalt misschien twintig handtekeningen, waarvan vijf “verdacht” omdat de betrokkenen helemaal niet in de buurt wonen. Tien brieven naar het college halen niet meer uit dan één, en zolang het bord een wettelijk type is kan je bij de gouverneur ook niet terecht. Maar de burgers kunnen wel de indruk krijgen dat je veel zegt of schrijft, maar niets voor hen hebt gedaan. Al heb je er alles samen uren tijd in gestopt (dat heb je wellicht graag gedaan, want zoals het invullen van de belastingaangifte me herinnerde : politiek is een hobby).
Maar de mensen zien vaak alleen dat je het bord niet hebben kunnen verplaatsen, terwijl dat voor hen nu net geen moeilijk verhaal leek. Dat gevoel versterkt nog, als je er de daaropvolgende maand wél in slaagt om een belasting te laten afschaffen. Dat ziet er veel moeilijker uit dan een verkeerbord verzetten, maar als je in je kistje wél een kettingzaag hebt zitten is een boom vellen ook relatief eenvoudig, terwijl je er geen schroefje mee kan losmaken. Je kan zelfs het verwijt krijgen dat je niet hebt geprobeerd om de schroef er maar met een hamer uit te draaien… Terwijl de politicus die bij de verkiezingen de schroevendraaier heeft gekregen (van diezelfde kiezer) soms zelfs aan de kritiek ontsnapt.
Het verhaal van de Heikantse frituur heeft me nog eens diep in mijn instrumentenkist doen kijken. We hebben er al veel uitgehaald in de loop der jaren. Geert is ook met een aantal mensen daar gaan praten, en we hebben hen allemaal een brief gestuurd om onze mening en onze acties toe te lichten. Ik zoek nog eens in het kistje, maar een kettingzaag of sloophamer ga ik zeker niet tegenkomen…
(PS aan een anonieme briefschrijver : ik wil gerust ook op een aantal andere vragen en voorbeelden ingaan ; stuur me bijvoorbeeld een mail via een anoniem hotmailadres, waarop ik dan kan antwoorden)