Liberté, égalité, fraternité
Fitna, the movie. Dat laatste woord is sterk overdreven, zoals enkele eminente Nederlandse politieke analysten vaststelden. Het filmpje is amateurwerk, en ik vermoed dat wie zich een beetje bekwaamt in één of ander filmmontagesoftwarepakket na enkele weken tot betere resultaten in staat moet zijn.
Inhoudelijk is het ook bijzonder weinig verrassend. De beelden die erin zijn verwerkt zijn schokkend. Ze tonen aan dat het moslimextremisme soms kwalijke vormen aanneemt en tot gruwelijke daden kan leiden, met de aanslagen in New York, Madrid en Londen voorop. Maar dat wisten we al, wat het overigens niet minder erg maakt.
Het filmpje probeert te bewijzen dat dit soort extremisme inherent is aan de islam, maar slaagt daar niet in. De poging is ook wel erg zwakjes : enkele Koranverzen worden min of meer uit de context gehaald. Natuurlijk lenen ze zich daartoe, en op zichzelf staand klinken ze redelijk vervaarlijk. Maar dat doet ook een tekst als deze “Doch deze mijn vijanden, die niet hebben gewild, dat ik over hen koning zoude zijn, brengt ze hier, en slaat ze hier voor mij dood.” En dit is gewoon het Lukasevangelie, 19e hoofdstuk, vers 27. Zonder context, uiteraard.
Fitna is een zowel filmisch als inhoudelijk een slecht gemaakt pamflet, dat weinig bijdraagt aan het debat over de verhouding tussen de islam en de westerse samenleving. Een debat dat in essentie gaat over de mate van relativiteit van godsdienstige en filosofische concepten en het zoeken van moeilijke evenwichten daarin, vanuit verschillende invalshoeken. Waarbij hier soms waarden als de vrijheid van meningsuiting of de gelijkheid van man en vrouw wat te snel worden gerelativeerd omdat veel moslims hun godsdienst of tradities (onnodig) sterk verabsoluteren. Terwijl anderen diezelfde waarden andersom gebruiken als stok om de hond mee te slaan, zoals in het hoofddoekendebat het principe van de neutraliteit wel erg absoluut wordt bovengehaald – vaak door dezelfden die die neutraliteit voordien tegenover het christendom net níet beleden. Dat christendom, dat soms de neiging heeft de eigen relativiteit die het in veel Europese landen (node) heeft aanvaard vandaag al eens opzij te schuiven, alsof het suggereert dat “als de islam dat mag, mogen wij het ook”.
Een boeiend en moeilijk debat, waarbij in de politiek rechts en links tastend naar voorlopige antwoorden wordt gezocht, maar waarbij aan Wilders geen behoefte is. Al is de vrijheid van meningsuiting voor mij overigens absoluut genoeg om het zijn onmiskenbare recht te vinden om het Fitnafilmpje te maken en te vertonen.
Het is tenslotte verheugend om vast te stellen dat de islamwereld zich deze keer niet al te zeer tot oververhitte reacties laat verleiden, hoewel met name Wilders zelf er alles aan heeft gedaan om dat wel uit te lokken. Misschien moet een moslimcartoonist daar maar eens een spotprent over maken…