Amhrán na bhFiann
Ian Paisley gaat met pensioen. Op 82-jarige leeftijd lijkt me dat niet meer dan normaal. Hij blijft bovendien lid van zowel het Britse als het Noord-Ierse parlement, dus echt “op rust” zal hij niet gaan. Maar hij stopt als First Minister van Noord-Ierland en als partijleider van de radicaal pro-Britse DUP.
Tot voor een jaar kon niemand zich wellicht voorstellen dat zijn afscheid gepaard zou gaan met een positieve beoordeling vanwege de aartsvijanden van het radicaal-Ierse Sinn Féin. Zoals ik mee ook niet kon voorstellen, overigens, dat ik hier iets positiefs zou schrijven over de man die gedurende jaren het vredesproces leek tegen te houden. Hij hield er de zeer terechte bijnaam “Mr. No” aan over. Maar vorig jaar koos hij uiteindelijk toch voor de weg van het compromis, en vormde een regering met Sinn Féin. Eens de keuze gemaakt, werkte hij bovendien opmerkelijk goed samen met de Ierse republikeinen.
Tegenover een politieke carrière van meer dan 45 jaar radicale, zelfs ronduit extremistische, oppositie tegen elke vorm van samenwerking tussen de verschillende bevolkingsgroepen in Noord-Ierland staat al bij al nauwelijks één jaar van gedeelde regeringsverantwoordelijkheid. De geschiedenis moet oordelen, maar het zou best kunnen dat net dat ene jaar uiteindelijk doorweegt. Soms klopt het blijkbaar dat je een soldaat moet zijn om vrede te kunnen sluiten – al kost dat dan soms (onverantwoord) veel tijd.
Welke les dat voor de vaderlandse mijnheren/mevrouwen Neen (messieurs/mesdames Non) inhoudt, weet ik overigens ook niet zo meteen.