Archief van
Maand: juni 2007

Roefel in of buiten het park

Roefel in of buiten het park

Ik heb weer Parkroefel-fotograaf gespeeld. Altijd leuk om te doen. De foto’s staan trouwens hier.

Nog altijd een mooi en goed georganiseerd initiatief, maar ik verlang toch terug naar nog eens een échte, grote Roefel met blik achter de schermen van de volwassenenwereld. Niets om jaarlijks te doen, maar om de drie à vier jaar zou het toch moeten kunnen.

Zoals het klokje thuis tikt

Zoals het klokje thuis tikt

De klok aan de stationsgevel is ingehuldigd. Aangezien over smaken en kleuren niet te twisten valt, heb ik een tijdje geleden het ontwerp mee goedgekeurd. Ik vind ze zelf overigens redelijk geslaagd, al zou ik persoonlijk het dambord van groen en geel naast het opschrift “Essen” vervangen hebben door een egaal geel vlak.

Ik vond het vooral heel leuk dat de eer van de onthulling aan Philip Peeters werd gegund – overigens aangevuld met een mooie, korte en geïnspireerde speech van schepen Jokke Hennekam. Een positief punt op het rapport van de nieuwe meerderheid voor het vak “open bestuur”. Al blijft er voorlopig “kan beter” bijstaan.

Persoonlijk

Persoonlijk

Om nog even terug te komen op de gemeenteraad : in de besloten zitting werd beslist om de jeugdvormingswerker die in dienst is van de vzw Jeugdwerking te ontslaan. Ik ga het debat uiteraard niet weergeven (dat vond immers achter gesloten deuren plaats) maar ik heb natuurlijk wel het recht om mijn eigen tussenkomst publiek te maken…

Je moet het je eens voorstellen : je wordt aangeworven door het gemeentebestuur als jeugdvormingswerker. OK, eigenlijk wordt je aangeworven door een vzw, maar dat is niet meer dan een administratief verschil – zo wordt het je ook gezegd. Je doet je werk naar behoren en je past je ook aan allerlei nieuwe omstandigheden aan : in plaats van een jeugdhuis beheren zit je na een tijd op de gemeentelijke jeugddienst. Dat alles nog steeds tot tevredenheid van de mensen met wie je samenwerkt. Met de jeugdsector, maar ook bijvoorbeeld in het kader van “Buitengewone Buurt”. Er komen nooit klachten, of tenminste niet voor zover ik als lid van de raad van bestuur van de vzw jeugdwerking, de wettelijke werkgever, weet. De opeenvolgende schepenen-voorzitters kunnen getuigen dat daar nooit een slecht woord over het functioneren is gevallen. Maar na een aantal jaren wordt er gezegd dat je ontslagen zal worden. Want daar gaat het wel degelijk over : als we ons voorstel niet goedkeuren, dan rest de vzw Jeugdwerking morgen niet anders dan de betrokkene te ontslaan. Punt. Zondermeer. Of neen, toch niet zondermeer : na eerst anderhalf jaar onzekerheid. Lekker motiverend, en toch is ze haar job goed blijven doen.

Ze wordt ontslagen om een puur administratieve reden : ze is door de verkeerde instantie in dienst genomen, en het gemeentebestuur wil dat rechtzetten. Eerst willen ze de hele vzw trouwens afschaffen, maar later blijken de alternatieven ook niet te werken. Dus de vzw mag blijven. Maar, stel het je eens voor, zelf moet je weg. Naar een andere oplossing is NIET gezocht. Je doet je job goed, en men zou je nog goed kunnen gebruiken, dankzij je kennis en je ervaring. Want er wordt ondertussen aan een nog ambitieuzer jeugdbeleidsplan dan voordien gewerkt. In jouw plaats wil men iemand lager gekwalificeerd aanwerven, zonder ervaring. Hoewel je zelf en je collega nu al overwerkt en overvraagd zijn, is er blijkbaar teveel deskundigheid op je dienst – dat we dat nog mogen meemaken. Tegelijk zie je dat er elders in het gemeentebestuur wel overgangstoestanden worden gecreëerd, en terecht, zodat bekwaam en ervaren personeel niet moet wijken omwille van een administratieve verandering. Denk maar aan wat er met de elektriciteitsregie gebeurd is. Maar neen, nu moet er blijkbaar een signaal worden gegeven dat bij de gemeente Essen mensen worden buitengezet op puur administratieve gronden.

“Het gaat niet om de persoon, wel om de administratieve organisatie”, hoor je zeggen. Maar je wordt wel als persoon ontslagen, natuurlijk. En opnieuw solliciteren voor dezelfde functie maar aan een veel lager loon kan je moeilijk van iemand verwachten. Het gaat hier ook over één persoon, niet over een reorganisatie waarbij allerlei personen en diensten betrokken zijn. Dat is een zuivere drogreden. Mij gaat het trouwens ook niet over de persoon. Het gaat over de manier van omgaan met personeel, los van administratieve toevalligheden. Al gaat politiek altijd over mensen, dat heb ik in het OCMW wel geleerd

Het kan wel anders. Op termijn komt de ideale personeelsinvulling er toch, zoals dat ook in andere diensten het geval is. We moeten ons er goed van bewust zijn wat voor signaal deze toestand geeft naar het personeel, naar de jeugdsector, naar de hele gemeenschap eigenlijk. Het kan anders, efficiënter en menselijker.

Yes, Prime Minister

Yes, Prime Minister

Met een laatste vragenhalfuurtje in het House of Commons heeft Tony Blair afscheid genomen als Prime Minister. Waarbij dat House zich tot een nooit vertoonde staande ovatie liet verleiden, nadat vriend en vijand hem als één van de grote eerste ministers van het Verenigd Koninkrijk hadden geëerd.

Als politiek mij emotioneel raakt, dan is het bij dit soort gelegenheden – veel meer dan bij verkiezingen, bijvoorbeeld. Op 2 mei 1997, bij zijn aantreden in hetzelfde House, zat ik voor tv (op kosten van de werkloosheidskas !) en voelde dat een nieuw tijdperk was aangebroken. Nu kon ik uiteraard niet kijken (vergadering over ondermeer werkloosheid…). Gelukkig ontwikkelde het internet zich ondertussen ook tot een verzamelplaats van gemiste tv-beelden…

Over de vele verdiensten en enkele tekortkomingen van Blair heb ik hier regelmatig geschreven. Ik vind vooral dat centrum-links in Europa en de V.S. te weinig hebben gehaald uit zijn eerste ministerschap en uit de twee presidentiële termijnen van Bill Clinton. Dat heeft veel kansen gecreëerd voor Sarkozy, Merkel, Balkenende… en uiteraard ook voor G.W. Bush en morgen misschien voor David Cameron (na Sarkozy de tweede politicus van rechts die bewust en uitdrukkelijk Blair probeert te imiteren). De fixatie op Clintons privéleven en op Blairs steun voor de oorlog in Irak heeft veel potentiële medestanders blind gemaakt voor de mogelijkheden die ronduit kiezen voor een “Third Way” zou hebben geboden. Waarvan we op 10 juni ook in eigen land een aantal gevolgen hebben gezien.

Gordon Brown, de nieuwe PM, krijgt enkele jaren de kans om te bewijzen dat hij de erfenis wel heeft begrepen, eventueel hier en daar wat bijgevijld. Blair zelf gaat aan de slag als gezant voor het Midden-Oosten – een enorme uitdaging, maar uiteindelijk hoop ik dat hij toch in een functie in de Europese Unie terechtkomt. Die Unie mag er dan wel min of meer in geslaagd zijn een verdrag in elkaar te knutselen waarmee verder kan worden gewerkt, er ontbreekt meer dan ooit een sterk, enthousiast en bevlogen leiderschap. Het ideale scenario ? Blair voorzitter van de Europese Raad (een nieuwe functie) en Verhofstadt van de Commissie.

Gemene raad

Gemene raad

Gisteren gemeenteraad. Met een harde en weinig verheffende clash tussen onze fractie, Frans Schrauwen en vooral Dirk Konings. Die laatste ging wat mij betreft jammerlijk en absoluut onnodig hard uit de bocht. Daar kan en wil ik niet aan voorbijgaan. Dirk heeft nochtans enkele sterke troeven als schepen : op het vrij technische terrein van het milieubeleid weet hij respect af te dwingen door een grote dossierkennis en door zijn capaciteit om die ook onder woorden te brengen. In commissies of op de gemeenteraad brengt hij veelal een duidelijk en soms zelfs overtuigend verhaal. En onlangs hoorde ik hem op een informatie-avond over de zoneringsplannen (riolering) spreken, wat hij zeer helder deed – ook als hij niet antwoordde op sommige vragen, wat in de politiek soms een handig talent is.

Als financieschepen is hij tot nog toe weinig aan bod gekomen, maar ik vermoed dat hij een geducht tegenstander zal zijn eens hij de materie helemaal onder de knie heeft. Hij heeft er zeker de capaciteiten voor. Soms doet hij me wat aan Kris Peeters denken, de milieuminister die dezer dagen wordt bevorderd : inhoudelijk niet echt een goede zaak voor het milieu, maar wel een stevige dosis politiek talent. En nog sympathiek ook.

Alleen… als hij in de hoek wordt gedreven, dan slaat zijn verbale talent al te snel door naar een veel te zware en soms zelfs groteske woordkeuze. Als de argumenten op zijn, dan wordt er van de bal soms overgeschakeld op de man. Zoals een groot veldheer het ooit zei : je moet je tegenstander verslaan, maar nooit vernederen. Het verschil tussen minister-president Peeters en de binnenkort als Kamervoorzitter veilig weggeparkeerde Pieter De Crem zit in kleine dingen. En al is het Essense Heuvelplein dan geen Wetstraat, er valt natuurlijk af en toe wel iets te leren in Brussel !

Rome sweet Rome

Rome sweet Rome

Op de BBC is het tweede deel van de schitterende tv-serie “Rome” van start gegaan. Ook Canvas zal die ongetwijfeld nog wel eens uitzenden, maar mij ongeduld is voldoende om het Engels erbij te nemen. Schitterend drama over een historisch tijdperk dat mij altijd enorm heeft geboeid. Gek genoeg heb ik er -in tegenstelling tot een aantal andere episodes uit de geschiedenis- na mijn schooltijd niet zoveel meer over gelezen (op Asterix na !). Dat ligt niet aan die schooltijd, want geschiedenisleraar Guy De Schutter was zondermeer een meester in het tot leven wekken van de Romeinen – ik was wellicht niet de enige leerling die vermoedde dat hij stiekem had meegevochten in één of ander legioen.

Maar de geschiedenis van Caesar, Pompeius, Marcus Antonius, Cleopatra en Augustus was me ondertussen behoorlijk ontgaan. Al had ik enkele jaren geleden het toevallige geluk om op het oude Forum Romanum aan de virtuele “deur” van de Senaat het verhaal van de moord op Caesar te beluisteren, van een ook alweer Engelstalige gids. Als ik niet oppas, ga ik zoals wellicht de meerderheid van de Amerikanen geloven dat de Romeinen -zoals alle andere antieke volkeren- vloeiend Engels spraken… Dat hele bezoek aan Rome (voor zover de tijd mij vrij ter beschikking stond) heb ik overigens vooral aan allerlei Romeinse ruïnes besteed, die ik ook overal elders doelbewust ga opzoeken. Ik moet dus dringend op zoek naar een goede “geschiedenis van het Romeinse Rijk” om deze zomer te lezen.

Met dit soort series bewijst de BBC dat ze nog steeds de absolute top is, en terecht door de VRT als referentie wordt gebruikt. Een beter pleitbezorger voor de noodzaak van een sterk openbare omroep is er in Europa wellicht niet te vinden. Ondertussen blijven ik (of mijn video) vooralsnog op woensdag- en zondagavond aan het Britse scherm gekluisterd !

Géén verkiezingen

Géén verkiezingen

Ik heb net de meer dan tweeduizend bladzijden van de tweedelige biografie die Ian Kershaw van Adolf Hitler maakte herlezen. Dat was ik al langer van plan, en de voorbije weken is het er ook echt van gekomen. Vooral het eerste deel vind ik nog steeds een erg meeslepend en onwaarschijnlijk verhaal : hoe een goed gestructureerde Europese staat in de 20e eeuw zich totaal in de armen kon werpen van een (uitzonderlijk) demagoog met ideeën die van bij het begin duidelijk waren en tot weinig anders dan oorlog en waanzin konden leiden. Hoe men dacht, ook, dat Hitler zijn tanden wel zou stukbijten eens hij aan de macht zou zijn.

Het is een verhaal van veel toevalligheden, van de juiste man op de juiste plaats (d.w.z. de verkeerde man op de verkeerde plaats…), van zeer veel (on)gelukkige samenlopen van omstandigheden. Maar ook een waarschuwing dat politiek zonder ethiek altijd een gevaarlijke cocktail is, en dat ideologische programma’s -vooral zoals ze bij de start van radicale bewegingen tot stand komen- ernstig moeten worden genomen, ook al worden ze om tacktische redenen later gerelativeerd. Met tenslotte de zeer dwingende conclusie dat de democratie weliswaar de slechtste van alle regeringsvormen blijft, maar dan wel met uitzondering van alle andere – zoals Churchill het terecht verwoordde.

Freya

Freya

Een fractievoorzitter in de oppositie is iemand die met flair en weinig woorden een duidelijk standpunt kan brengen zonder in details te vervallen, daarbij rechtlijnig overkomt (met veel overtuiging en een vleugje sarcasme) en zonder boos te worden of kunstmatig te acteren het de meerderheid moeilijk kan maken. Hetzij door een aantal mensen in die meerderheid aan zichzelf te doen twijfelen, hetzij door hen te dwingen ondubbelzinnig kleur te bekennen.

Hoewel mijn beschrijving natuurlijk als gegoten past bij Dirk Smout, schrijf ik ze hier neer omdat ik het nu eens een uitstekende beslissing vond om Freya Van den Bossche Kamerfractievoorzitter van sp.a-spirit te maken (dat “spirit” staat er vooralsnog wel alleen pro forma bij, natuurlijk). Zij zou dat volgens mij bijzonder goed gedaan hebben, véél beter dan een De Crem het ooit heeft kunnen doen. Dan is ze eens de geknipte persoon voor een functie, en dan zegt ze zelf neen. Om redenen die ik volledig kan begrijpen, daar niet van. Maar het is wel jammer.

Verder vind ik tot nu toe dat het kartel wel verstandig omgaat met de verkiezingsnederlaag. De keuze voor de oppositie is terecht, de keuze om de staatshervorming te steunen ook. Er kan volgens mij redelijk snel een regering zijn, als Leterme nu maar niet de cruciale fout maakt om zodanig veel staatshervorming meteen te willen regelen dat hij Di Rupo terug aan boord moet halen. Stel dat Dedecker (of… spirit) ooit een campagne moet voeren tegen een regering met PS en N-VA en daarvoor Leterme en De Wever met een strikje afbeeldt…

Tenslotte : hopelijk vergeven Dirk en Freya me de gemaakte vergelijking (die, het weze gezegd, alvast fysiek ook niet helemaal opgaat…).

Verhofstadt III ?

Verhofstadt III ?

Volgens de cijfers die nu voorliggen, is de liberale politieke familie de grootste. Alleen is er, op het ogenblik dat ik dit schrijf, maar heel weinig informatie over een mogelijke zetelverdeling. Zodat ik ook niet weet welke regeringscombinaties mogelijk zijn.

Natuurlijk is het wel duidelijk dat in Vlaanderen CD&V/N-VA de grote overwinnaar is. Samen met de onverwacht sterke Lijst Dedecker. Het initiatief ligt langs deze kant van de taalgrens dus bij Yves Leterme. Maar hij staat wel voor een zeer moeilijke opdracht : N-VA aan boord houden met een sterke staatshervorming en anderzijds Franstalige regeringspartners vinden.

Het kartel sp.a-spirit lijdt een zéér zware nederlaag, en dat doet natuurlijk pijn – ook bij mij, al heb ik niet echt veel geïnvesteerd in deze verkiezingen (daar zal het wel niet aan liggen, zeker). In een kartel dat rond 16% zou scoren, is het gewicht van spirit uiteraard erg klein. Dat noopt tot bezinning, al geldt dat in de eerste plaats voor het hele kartel. Het lijkt mij alvast fout te zijn geweest om de Stevaert-positie van het “midden van het bed” aan te houden zonder Steve. Bovendien pakte het kartel (deels noodgedwongen) uit met vrij zwakke lijsttrekkers – de provinciale kieskringen zijn een onding omdat er steeds beroep moet worden gedaan op dezelfde BV-politici. Uiteraard zijn er een aantal kiezers overgestapt naar Groen!, en volgens mij ook een aantal naar Open Vld – paarse kiezers die de zwakste partner uit de peilingen wilden ondersteunen. De relatief gunstige peilingen voor sp.a-spirit zijn dus een “self-destroying prophecy” gebleken. Inhoudelijk durfde sp.a-spirit onvoldoende de “oude vormen en gedachten” afwerpen en resoluut kiezen voor een moderne sociaal-democratie. De conservatief-linkse restauratie inzetten zou niet de juiste boodschap zijn, dat bewijzen ook de resultaten van klein-links.

Wie moet regeren ? Een klassieke tripartite maakt natuurlijk een staatshervorming met grondswetwijziging mogelijk. Maar het lijkt me niet de beste optie voor een doortastend beleid. En je kan ook veel hervormen zonder de grondwet te veranderen.

Wat mij betreft, zou sp.a-spirit het best naar de oppositie gaan, en de PS daarnaartoe meenemen. Dat lijkt me voor beide een goede zaak om (op een zeer verschillende manier) te herbronnen.

Volgens mij is de meest logische regering CD&V/N-VA, MR, Open Vld, CDH en indien nodig de Lijst Dedecker. CD&V/N-VA heeft als kandidaat-premier Leterme vooruitgeschoven, MR en Open Vld kozen beide voor Guy Verhofstadt. De strijd om de Wetstraat 16 kan nog spannend worden.

Tien

Tien

Op 1 juni 1997 trad ik in dienst van de federale overheid, met name van het toenmalige Federale Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid. Dat is vandaag dag op dag tien jaar geleden. Ik zou allerlei mijmeringen kunnen intikken over hoe snel de tijd wel gaat, maar dat ga ik dus niet doen. Ik ga het houden bij de vaststelling dat ik het me nog geen moment heb betreurd dat ik “ambtenaar” ben geworden. Niet omwille van de clichés, waarvan overigens de helft waar is en de andere helft niet. Wel omwille van de kansen die er zijn om binnen een soms tot in het absurde foutgegroeid systeem (dat soms ook onwaarschijnlijk performant uit de hoek kan komen) toch een heel zinvolle bijdrage te leveren aan de samenleving. Omwille van de mensen die in weerwil van talloze nooit afgewerkte hervormingspogingen het beste van zichzelf blijven geven “tot nut van het algemeen”. Ik besef natuurlijk wel dat ik geluk heb gehad dat ik net in deze functie binnen de overheid ben terechtgekomen. Maar ik ben ervan overtuigd (en stel vast) dat er binnen de openbare sector héél veel kansen zijn om jezelf waar te maken (oh ja, ook zonder de symbolische kruiwagen).

En ja, de federale overheid is ook boeiend omwille van net dat federale gegeven en de diversiteit in opvattingen en (bestuurs)culturen die dat meebrengt. Wat geen argument is of zou mogen zijn, uiteraard, in het communautaire debat. Maar dat ik als werknemer wel waardeer.

Als vast benoemd ambtenaar ben ik overigens van mening dat de vaste benoeming moet verdwijnen en plaats moet maken voor één uniform statuut voor alle bedienden, arbeiders en ambtenaren. Met een iets meer “marktconform” weddestelsel als tegenhanger.