Le très grand Bruxelles…
Het communautaire debat beheerst opnieuw de verkiezingscampagne. Zelf vind ik dat ook belangrijk, maar ik krijg vaak het gevoel dat het voor sommigen en op bepaalde terreinen vooral dient als excuus om inhoudelijk niets te zeggen. Bovendien ontbreekt het vaak aan ideeën die buiten de reeds lang platgetreden paden gaan (en toch niet helemaal wereldvreemd zijn). Het Brusselstandpunt van de “Sociaal-Flamingantische Landdag” (SFL), een gezelschap waarmee mijn affiniteit overigens zeker niet onverdeeld is, is een mooie uitzondering op die regel. De keuze voor een Vlaams Gewest met Brussel én met een sterk Franse Gemeenschap binnen de Vlaamse grenzen durft tenminste van de realiteit uitgaan dat elke onderhandeling met twee partners moet worden gevoerd, en dat het veranderen van het status quo nooit eenzijdig zal zijn.
Voor wie denkt daarop een uitzondering te kennen : het zondermeer uitroepen van de Vlaamse onafhankelijkheid (het RTBF-scenario) wordt voor Vlaanderen zondermeer de duurste optie, want dan zal de onderhandeling gevoerd moeten worden met internationale instellingen waartegenover Vlaanderen in een erg zwakke positie zal staan.
Het SFL-model zou -mits het opvullen van enkele gaten-volgens mij een goede zaak kunnen zijn voor Vlaanderen, Brussel, Wallonië en België. Alleen krijgt het natuurlijk pas echt enige waarde zodra er ook enkele prominente Franstalige Brusselaars hun handtekening zetten, en dat is natuurlijk de echte uitdaging. Dat de tekst vergeet te vermelden dat het zo geconstrueerde Vlaanderen probleemloos het Europese Minderhedenverdrag zou kunnen ondertekenen, is op dat vlak jammer.
De tekst lokt hopelijk de Vlaamse Beweging (al dan niet partijpolitiek vertaald) en vooral het anti-Brusselse deel ervan uit de tent.