In het begin was het woord
Zondag won Nicolas Sarkozy de Franse presidentsverkiezingen. Bij die gelegenheid hield hij een korte, goed doordachte en behoorlijk uitdagende speech. Je kan veel van “Sarko” zeggen (ik vind hem soms ook een beetje “eng”), maar lef heeft hij wel. Hopelijk maakt hij zijn beloftes waar en slaagt hij er daarbij inderdaad in om president te zijn van alle Fransen, zoals hij beloofde. Het wordt een moeilijke evenwichtsoefening. Het straatprotest tegen zijn verkiezing is begrijpelijk, maar in se natuurlijk onaanvaardbaar : zijn verkiezing is volstrekt democratisch verlopen, na een boeiend inhoudelijk debat en bij een zeer hoge opkomst. Een voorbeeld. Wat Ségolène Royal betreft : ik hoop dat ook zij slaagt in haar opdracht om een vernieuwde, eigentijdse en slagkrachtige progressieve beweging vorm te geven. Waarin meer plaats voor de geestesgenoten van Bayrou dan die van Besancenot zal moeten zijn.
Aan de overzijde van het Kanaal kondigde Tony Blair aan dat hij op 27 juni het premierschap neerlegt. Dat deed hij met een stuk minder korte maar eveneens knappe toespraak. Ik ga niet opnieuw de loftrompet van Blair steken, al zou dat nogmaals zeer terecht zijn. Net deze week beleefde hij overigens één van de hoogtepunten van zijn tienjarige ambtstermijn : in Noord-Ierland is er opnieuw een regering. Bovendien lijken de absolute tegenpolen Paisley (DUP) en McGuinness (Sinn Féin) het (vooralsnog) goed met elkaar te kunnen vinden. Vooral “Dr. No” Paisley lijkt van plan een snelle metamorfose van agitator tot staatsman te ondergaan. Waarmee bewezen is dat het onmogelijke haalbaar is voor wie erin gelooft. Blair, dus.
En hoe zit het in Vlaanderen, op één maand van cruciale federale verkiezingen ? Daar was het grote nieuws deze week dat degene van wie iedereen wist dat hij kandidaat-permier is, ook effectief op de lijst staat. En of hij zijn huidige job kan behouden als hij de Wetstraat 16 niet te pakken krijgt. Natuurlijk kan hij dat. Maar daarover beslissen niet de sp.a, en zeker niet Open Vld. Daarover beslist CD&V. Géén reden om bij een onvoldoende grote winst op twee oren te slapen, mijnheer Leterme. Dat die vast van plan lijkt de campagne zo weinig mogelijk over inhoud te laten gaan, is volgens mij alvast een onverstandig besluit.
Het kieskompas van De Standaard plaatste me ondertussen perfect waar ik mezelf zou situeren, nét niet in een leeg kwadrant van het politieke landschap. Dat een Vlaamse politicus met één of enkele toespraken me daar ook maar een centimeter zou kunnen doen verschuiven, lijkt me eerder onwaarschijnlijk. Proberen ze het trouwens wel ? En wil Vlaanderen het wel, of is het hier echt het land van de politieke BV’s en de inhoudsloze one-liners. Waar “goed bestuur” jammer genoeg het eindpunt lijkt, in plaats van de noodzakelijke onderbouw voor een degelijk politiek debat van woord en wederwoord ? Zo zou het toch moeten zijn, al weet ik ook uit Essen dat dat “goed bestuur” lang niet vanzelfsprekend is. En je dus vaak geen andere keuze hebt dan daar eerst op te hameren. Toch hoop ik dat de campagne over méér dan alleen dat zal gaan. Omdat Vlaanderen beter verdient.