Zemmenet weuris gedoan
Essen viert carnaval. Al voor de 43e keer. Ik moet eerlijk toegeven dat het niet helemaal mijn biotoop is. Dat paard dat naar verluidt bij de buurvrouw in de gang staat had toch al lang terug rustig naar de stal gebracht kunnen zijn ? Waar zit GAIA als het echt nodig is ? Nu, ik probeer dan ook maar niet te doen alsof ik er helemaal in meega. Niets zo erg als doen alsof.
Dat neemt natuurlijk niet weg dat ik de waarde van carnaval voor Essen inzie én heel erg waardeer. De carnavalsdagen zijn Essen helemaal op zijn best, met verenigingen van allerlei slag en pluimage die de zotskap opzetten en met jong en oud dat uit de bol gaat op dezelfde (overigens gruwelijke) muziekklanken. Een stuk erfgoed dat we moeten bewaren. Misschien om te beginnen door een plaats te zoeken voor de wagenbouwers.
In de campagne hebben de carnavalisten van N-VA/PLE een brief gestuurd naar hun mede-zotskapdragers, in het Essens. Dat bleek veel gemakkelijker gezegd dan gedaan -want wat is correct Essens ?- zodat het uiteindelijk wellicht de brief was waarin het meeste tijd gestoken is. Maar dat weegt natuurlijk niet op tegen de tijd die de carnavalsvierders zelf jaar na jaar in het gebeuren stoppen. Het was vooral “leutig” om te doen. En het creëert natuurlijk ook verplichtingen tegenover het carnaval, die we met N-VA/PLE zeker willen nakomen.
Ik heb dus met veel plezier naar de stoet gekeken en gewillig de confetti ondergaan. In WOLK-kringen doken de plannen op om volgend jaar op volle sterkte met de jubileumstoet mee te doen. Het zal nog wel wat overtuigingswerk vragen om mij daarin mee te krijgen. Maar het is natuurlijk eigen aan carnaval dat niet alles is zoals het lijkt.