Lokale democratie kan haperen
Tenslotte heeft ook Hoogstraten een nieuw bestuur. Ik heb de hele vaudeville met interesse gevolgd, ook al omdat er enkele oud-leraren van mij bij betrokken waren. Een stommiteit van CD&V (het niet onmiddellijk ondertekenen van de voordrachtsakte van de burgemeester zodra er een princiepsakkoord was met de KVB van liberaal Arnold Van Aperen) maakte allerlei verwikkelingen mogelijk. Waarbij Van Aperen zich als een onvervalst despoot ontpopte, in eigen partij en daarbuiten – en zo mooi heeft aangetoond volstrekt ongeschikt te zijn voor de functie die hij nu toch 6 jaar mag uitoefenen. En waarbij uiteindelijk CD&V nog een zeer mooi deel van de “buit” binnenhaalt. En daar gaat het toch om ?
Of toch niet. Wedden dat er in Hoogstraten van 8 oktober tot vandaag nauwelijks over het te voeren beleid gesproken is ? Op die manier wordt een heel lelijk beeld van de lokale politiek geschetst : alsof het alleen maar om postjes gaat. Toegegeven, dat is vaak ook zo. Gelukkig niet altijd. Ik doe in de allereerste plaats aan politiek om zaken te veranderen en verbeteren. Soms heb je daar één of andere functie voor nodig, en de ene post is er al wat beter geschikt voor dan de andere : sommige zaken zijn nu eenmaal gemakkelijker als schepen te bereiken dan als pakweg OCMW-raadslid. En toegegeven, dat maakt bepaalde functies soms aantrekkelijk – daar is wellicht geen enkele politicus ongevoelig voor. Maar uiteindelijk is dat toch bijkomstig ? Een mandaat is een instrument om aan politiek te doen, zoals er andere zijn (persteksten, procedures…). Het zou nooit een doel op zich mogen zijn. Of is dat een zeer naïef idee ?
Moet Vlaanderen dan toch een radicaal ander systeem invoeren, met een afspiegelingscollege op basis van de verkiezingsuitslag ? Dan gaan de meerderheidsonderhandelingen alleen nog over de inhoud van het beleid. Ik weet zeker dat Hoogstraten het nieuws niet zou hebben gehaald. En misschien had in Essen zowel de meerderheid als het bestuursakkoord er anders uitgezien.