Dans le port d’Amsterdam
Voor mijn werk moest ik twee dagen in Amsterdam zijn(ondermeer om naar Vlaams minister Vandenbroucke te gaan luisteren, altijd leerzaam), en ik ben bij wijze van vakantie een dagje langer gebleven. Omdat ik de stad nog nooit had bezocht. Ik heb er zeker geen spijt van. De ene stad doet me altijd aan andere denken. Amsterdam riep beelden op van Roosendaal (daar kan ik als Essenaar niet onderuit) en van Leiden waar ik deze zomer was. Maar ook van Kopenhagen, en soms van Toronto. Dat laatste omwille van de Chinese wijken en van het vele Engels. De hoofdstad van het Nederlands is zijn taal aan het verliezen, en dat is natuurlijk géén goede zaak.
Vanzelfsprekend speelde “Amsterdam” van Kris De Bruyne door mij hoofd. Omdat ik dat, zoals ik hier al eens schreef, het mooiste Nederlandstalige lied vind. En omdat het ook gewoon klopt.
Je kan er boeken kopen …die ik al een tijdje zocht
Die je hier heel zelden vindt
Je kan er langs de grachten lopen
Je haar los in de wind …of de regen
Je kan er uren slijten
De parken zijn er groen …of in prachtige herfstkleuren
Je kan er naar Van Gogh gaan kijken …vooraf niet veel van verwacht, nu een veel bredere kijk op gekregen
Dat zou je eigenlijk wel eens moeten doen
Je bent er vogelvrij
Omdat er alles kan
Zo dichtbij en toch zo ver is Amsterdam
Ook even over de Overtoom gewandeld, omwille van dat andere prachtige lied (eigenlijk een gedicht van Simon Carmiggelt). Geen spijt van. Ondanks het half uur vertraging dat de NS mij aandeed. Als om te zeggen dat het gras niet altijd groener is aan de andere kant van de heuvel…