De das omgedaan
Finland is voorzitter van de Europese Unie. Dus organiseert het de halfjaarlijkse “informele” vergadering van EMCO (Employment Committee). Dus bevind ik me dezer dagen in Espoo, niet zo ver van Helsinki. Waar ik bijzonder weinig over te vertellen heb, want veel vrije tijd is ons hier niet echt gegund. Ik heb Helsinki gelukkig al twee keer gezien, en ik vind ze nog steeds meer dan de moeite waard. Een geslaagde combinatie van verschillende stijlen, met veel mooie eigentijdse architectuur. Een heel relaxte stad ook.
De eerste keer dat ik hier was, is zes jaar geleden. Min of meer exact zes jaar geleden, want ik herinner me dat het enkele dagen na de gemeenteraadsverkiezingen was. Toen waren er in Finland ook verkiezingen. In mijn map met verkiezingsstukken van 2000, die ik de voorbije maanden af en toe bovengehaald heb, vond ik nog een Fins pamflet van toen. Ik weet niet of de betrokkene het zitje waarvoor hij kandidaat was heeft gehaald. Nu, ik weet ook niet of zijn programma enigszins aanvaardbaar was, want het Fins is nu niet meteen de meest doorzichtige taal. Ik ben al blij dat ik onthouden had dat het woord voor “melk” met een “m” begint. Misschien kan ik nu ook nog onthouden dat een citroen in het Fins “sitruuna” is – maar dat zal wel een leenwoord uit één van de Germaanse talen zijn.
Jammer dat er niet wat meer tijd is, want ik weet uit ervaring dat een wandeling in de Finse bossen de ideale manier is om wat afstand te nemen van de Essense gemeentepolitiek.
Bij officiële vergaderingen en congressen in het kader van het EU-Voorzitterschap van één of andere Lidstaat hoort klassiek ook een das waarin het logo van dat voorzitterschap wordt verwerkt – of waarin er toch op één of andere manier wordt verwezen. De logo’s zijn soms geslaagd maar zelden origineel (het moet gezegd : de enige uitzondering lijkt me België in 2001 te zijn geweest), de dassen zijn vaak hoogst origineel maar zelden geslaagd te noemen. Finland maakt daarop geen uitzondering. Je ziet de das dan soms opduiken op de vergadering zelf (bij wie een das kan knopen…) maar zodra de zesmaandelijkse beurtrol voorbij is, komen ze nooit meer terug (tenzij wellicht als carnavalsattribuut). Alleen de Deense en de Ierse das zie ik af en toe nog opduiken.
In alle landen is er dus ergens een ambtenaar, of misschien wel een minister, die op een bepaald ogenblik de knoop heeft doorgehakt en voor een lelijke das heeft gekozen. Die dan vervolgens in enkele duizenden stuks wordt gemaakt. Dat besluitvormingsproces intrigeert me wel : het zal wellicht in alle landen anders lopen, overeenkomstig de eigen tradities. Maar het leidt heel zelden tot een goed resultaat. Misschien moet ik als eerste voorstel in de gemeenteraad maar de aanmaak van een gemeentelijke das op de agenda zetten. Om te zien of de voornemens voor “goed bestuur” van de nieuwe meerderheid ook zichtbaar kunnen worden gemaakt. Of meteen al de nek worden omgewrongen…