Patrick is van iedereen
Een week na de verkiezingen, en ik heb nog niets over Antwerpen gezegd. De uitslag daar was zondag nochtans het tweede kippenvelmoment, na die van Essen. Patrick Janssens maakte het onmogelijk gewaande waar : het VB is niet langer de grootste partij en hijzelf kreeg meer voorkeurstemmen dan Dewinter. Vooral dat laatste vind ik een belangrijk moment, het eerste gaat immers enigszins ten kosten van de coalitiepartners. Dat blijkt het nadeel te zijn van goed meebesturen, zoals in Kalmthout de VLD mocht ondervinden. Nochtans is de verdienste van vooral Ludo Van Campenhout allesbehalve gering in Antwerpen. Hij heeft er, meer nog dan Janssens, voor gezorgd dat het imago van een stadbestuur dat voortdurend vechtend over de kasseien van Grote Markt rolde werd weggenomen. Van Campenhout verdient het ereburgerschap van ’t Stad. Al vrees ik dat hij zelf de voorkeur zou geven aan enkele zetels meer.
Voor het eerst kon Filip Dewinter de verkiezingszondag niet bekronen met een overwinning. Al is het tij nog lang niet gekeerd, al blijken wel heel sterke bestuurders noodzakelijk om het VB af te remmen… het kán. Bovendien is het VB er een beetje een meer normale partij door geworden. Eentje die ook kan verliezen. Het maakt het wellicht makkelijker voor de anderen om wat meer ontspannen met de VB-ers om te gaan, en dat is een goede zaak. Ze moeten niet worden bekampt door hen te negeren of vies aan te kijken, maar met politieke middelen : door hen te wijzen op de consequenties van hun eigen voorstellen, op de zwakte van hun argumenten en de onhaalbaarheid en onwenselijkheid van hun alternatieven.