Alle Menschen werden “Bridder”
De FOD Werkgelegenheid zorgt ervoor dat ik enkele dagen in Luxemburg doorbreng. Dat is lang niet de eerste keer, enkele jaren geleden zat ik hier zo frequent dat ik er de gewoonte aan heb overgehouden om altijd Luxemburgse bustickets bij te hebben. Eigenlijk hou ik wel van dit Ardeense provinciestadje dat tegelijk een kosmopolitisch centrum van de financiële en administratieve wereld is. In een landje dat erin slaagt om tezelfdertijd een stukje Frankrijk, Duitsland en België te zijn. En toch ook weer niet. Wellicht het beste dat 1830 heeft opgeleverd. Al had deze stad als het even anders was gegaan ook de hoofdstad van een leefbaar(der) Wallonië kunnen zijn.
Nu kan je er in de hoofdstad van een EU-land, op het plein aan het paleis van het staatshoofd en het parlement, ’s avonds een volstrekte stilte vinden, zelfs zonder autogeluid op de achtergrond. Of je verbazen over de mengelmoes van talen die wordt gehanteerd, met een wat omhooggevallen Middelduits dialect als nationale taal –onverstaanbaar maar wel leesbaar voor ons Nederduitstaligen; zo zag ik affiches voor de vastenactie “Bridderlich Deelen”– maar met de meeste opschriften in het Frans of het Duits. Nooit beide, iedereen verstaat de drie talen. “Maar spreekt geen van de drie fatsoenlijk” voegde een Luxemburgse er ooit aan toe. Tja, het is ook nooit goed.