De trein is altijd…
Net in de week dat het treinverkeer tussen Essen en Brussel nog eens voor een stevige portie ergernis zorgde, pakt de Ombudsman bij de NMBS uit met zijn jaarverslag 2005. De opeenvolgende verslagen zijn boeiende lectuur voor de treinreiziger, ook al omdat ze vrij leesbaar geschreven zijn. Heel wat van de veelal terecht door de Ombudsman aangeklaagde situaties komen herkenbaar voor. Gelukkig meestal niet omdat ik ze zelf meegemaakt heb, wel omdat je ziet dat ze aan medereizigers overkomen of omdat je je levendig kan vaststellen dat ze gebeuren.
Bovendien blijkt de reactie van de NMBS nog al te vaak een houding uit te stralen waarbij de burger er is terwille van de overheidsdienst en diens starre reglementen in plaats van andersom. Een liberalisering op zijn Brits, met maatschappijen waarvan de dienstregeling niet op elkaar aansluit, is natuurlijk geen oplossing. Maar de spoorwegmaatschappij zou toch echt wel aan een klantvriendelijker imago mogen werken.
Bovendien ben ik ervan overtuigd dat heel wat vertragingsproblemen én communicatiestoornissen te wijten zijn aan het verouderd materieel waarmee wordt rondgereden. Als de deuren van één treinstel het niet doen, is de vertraging als gevolgd daarvan effectief een geval van “overmacht”, waarvoor ik begrip kan opbrengen. Als de deuren van een bepaald type trein systematisch problemen opleveren, dan is dat geen overmacht meer. Ook het ontbreken van een omroepinstallatie in de oudste treinstellen hoort in dezelfde categorie thuis.
De Ombudsman merkt ook nog op dat het reserveren van treinen voor groepsreizen tijdens de piekuren zeer veel ergernis oproept bij de dagelijkse pendelaars. Dat kan ik alleen maar bevestigen. Dat ik daarbij soms toch op de gereserveerde plaats blijf zitten moet zowat de enige “burgerlijke ongehoorzaamheid” zijn die ik me al eens permitteer. Als je dan aan de groepsreiziger uitlegt dat ik graag dagelijks een plaatsje zou reserveren, komt er soms zelfs enig (noodgedwongen…) begrip. Gelieve mij ervoor te verontschuldigen !