All politics is local
Vandaag organiseerde de VVSG een “Trefdag” in het vooruitzicht van de gemeenteraadsverkiezingen. De uitgelezen manier om ideeën op te doen over het te voeren beleid vanaf 2007. Waarbij vanuit Essen de ambtenaren talrijker waren dan de politici, wat ik eigenlijk geen goed teken vind. Maar op een weekdag is het natuurlijk niet zo eenvoudig om zich vrij te maken : gemeentepolitiek is nu eenmaal voor zowat iedereen een hobby. Vanuit de oppositie was ik zelfs de enige aanwezige.
Op dit soort dag krijg je voortdurend concepten aangeboden die elders succesvol zijn, maar die nooit zomaar naar je eigen gemeente kunnen worden overgeplant. Altijd staat tussen droom en daad wel één of andere wet of praktisch bezwaar in de weg. Dan heb je de keuze : ofwel kan je gefrustreerd besluiten dat je er niets aan hebt, ofwel pas je de ideeën zo aan dat ze wel bruikbaar zijn. Dat is alleszins wat ik ermee van plan ben.
Ik heb ook van de gelegenheid gebruik gemaakt om zowel Vlaanderens beste minister (over de “brede school”) als Vlaanderes beste burgemeester (over “politiek leiderschap”) te gaan beluisteren. Waarom zou je immers met minder dan het beste tevreden zijn ? Frank Vandenbroucke en Frank Beke hebben naast hun voornaam ook hun partij (sp.a) gemeen, al kan dat allemaal toeval zijn. Maar daarom zijn ze nog niet inwisselbaar : de minister zou geen goede burgemeester van een grote stad zijn, de burgemeester volgens mij ook geen goed minister. Laat politici dus op het niveau waar ze thuishoren. Niet altijd eenvoudig, omdat gemeenteraadsleden (zoals Beke terecht stelde) nog steeds sterk ondergewaardeerd worden.